Herstel in zicht na historische krimp in coronacrisis
De Nederlandse economie is zwaar geraakt in het afgelopen coronajaar, maar er is zicht op herstel. De krimp was met 3,8 procent van het bruto binnenlands product historisch groot, maar minder groot dan bij het begin van de pandemie werd gevreesd, en ook minder dan in veel andere landen.
Met de komst van meerdere vaccins gloort herstel van het openbare leven en van de economie. De Nederlandsche Bank verwacht dit jaar een groei van ruim 2 procent en volgend jaar ruim 4 procent. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid groot. Virusvarianten die bestand zijn tegen de huidige vaccins kunnen roet in het eten gooien. Deze crisis heeft laten zien dat economische ontwikkelingen moeilijk voorspelbaar zijn en dat het loont om fit te zijn om een schok op te kunnen vangen. Het is belangrijk om hier in het economisch beleid rekening mee te houden. Dat stelt DNB-president Klaas Knot in het maandag verschenen jaarverslag van De Nederlandsche Bank.
Dat de Nederlandse economie het beter deed dan verwacht, komt onder meer door de reactie van beleidsmakers op de crisis. De overheid kwam met omvangrijke noodpakketten, die werden ondersteund door het monetaire beleid van de ECB. De economie kon veerkracht tonen omdat ze in de kern gezond was toen het virus toesloeg.
Met het vaccineren komt het einde van de crisis in zicht en is het belangrijk om te focussen op het herstel. Relevant daarbij zijn de lessen die we nu al kunnen trekken uit de huidige crisis.
Zo heeft deze crisis ons overduidelijk geleerd dat stevige buffers essentieel zijn. Die waren de afgelopen jaren ook opgebouwd in Nederland, zowel bij de overheid als bij de banken. Buffers hebben mogelijk gemaakt dat adequaat op de crisis kon worden gereageerd. Er zal altijd een volgende crisis komen en die is beter op te vangen met een stevig stootkussen. Het nieuwe kabinet moet daarom voorkomen dat de overheidsfinanciën structureel uit het lood slaan en moet zorgen dat de staatsschuldquote niet verder oploopt, wanneer de pandemie onder controle is.
Ook bleek opnieuw dat internationale samenwerking van groot belang is voor de aanpak van de economische gevolgen van een crisis. De juiste combinatie van beleidsinstrumenten is cruciaal. Overheden werkten samen en noodpakketten van EU-landen werden ondersteund door de ECB die zorgde voor gunstige financieringsvoorwaarden. Het Europese Herstelfonds kwam op het juiste moment. Het samenspel van landen en instrumenten levert meer op dan de som der delen.
Ofschoon het herstel zich aandient, liggen op het pad hiernaartoe nog verschillende uitdagingen.
In de nasleep van de pandemie zullen faillissementen onvermijdelijk zijn, wanneer de overheid haar noodpakketten afbouwt. Voorkomen moet echter worden dat na de crisis bedrijven alsnog omvallen die in de kern gezond zijn gebleven. Schuldeisers doen er in die gevallen goed aan om bij een dreigend faillissement om de tafel te gaan. Ook moeten we ervoor blijven waken dat faillissementen zich niet vertalen in onhanteerbare kredietverliezen bij banken. Dan zou de financiële sector alsnog in de problemen komen.
‘Op weg naar herstel’ betekent dat we onze economie moeten verduurzamen. We hebben minder dan 30 jaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Lukt dat niet, dan staat ons een veel ingrijpender crisis te wachten dan de coronacrisis. Vergroening van de economie is nodig om de gevolgen van klimaatverandering op onze welvaart en ons welzijn te beperken. Samen met de noodzakelijke hervormingen op de arbeidsmarkt en de woningmarkt is dit een van de grootste uitdagingen voor het nieuwe kabinet.
Voor het gehele jaarverslag, zie hier.
< VorigeVolgende >
Share on: