Maandcolumn Enno Wiertsema: Klant centraal? Nu nog de regelgever
Recht uit het hart opende Roger ruim 2 weken geleden de Algemene Ledenvergadering met een speech vol van verhalen die hij meeneemt uit zijn vele ledenbezoeken door het land. Verhalen die boekdelen spreken: een persoonlijke relatie met de klant is de beste garantie dat de klant centraal gesteld wordt. Je wilt als adviseur niet anders, zeker als je je klant ook tegenkomt bij de supermarkt of bij de bakker. De bakker die zelf vaak ook klant is.
Toch is het regelstelsel dat is opgetuigd om het klantbelang centraal te stellen van een indrukwekkende omvang. Zo indrukwekkend dat het vestigingsklimaat, het ondernemerschap én de arbeidsproductiviteit eronder gebukt gaan. Dat is overigens niet voorbehouden aan de financiële sector. In reactie op de stagnerende en achterblijvende Nederlandse arbeidsproductiviteit opperde BNR’s huiseconoom Han de Jong recent nog: “Denk na: is de hoeveelheid arbeid die nodig is om al die regels na te leven gerechtvaardigd door het maatschappelijke belang van al die regels?”
Het is kortom niets te vroeg dat regeldruk intussen de volle aandacht van Den Haag heeft: het hoofdlijnenakkoord, op ministeries, Tweede Kamerleden, iedereen is op zoek naar ‘verlichting’. Ongetwijfeld met de concurrentiepositie binnen Europa in gedachten schreef het kabinet op meerdere plekken in het hoofdlijnenakkoord geen nationale koppen te willen zetten op Europese richtlijnen.
En om bestaande koppen zo maximaal mogelijk te schrappen. En die toevoeging is ongekend belangrijk. Want dat zijn er intussen nogal wat. Als ik alleen naar onze eigen adviessector kijk dan kom ik zonder heel erg mijn best te doen al tot een heel lijstje. In alfabetische volgorde: actieve provisietransparantie schadeverzekeringen, beheerst beloningsbeleid, bonusplafonds, provisieverbod bij complexe producten, vergelijkingskaart, vergunningsplicht voor groepsverzekeringen en verplichte PE-examens. Daarnaast wordt in Nederland uitzonderlijk onpraktisch gehandhaafd op Wwft en sanctiewet met 100% controles. En is voor alles wat onder al die regels nog niet gevangen is, jaren terug de catch-all van de publieksrechtelijke generieke zorgplicht ingevoerd. Ik zie ruimte voor verbetering...
Ook afgezien van al die nationale koppen is het regelbouwwerk aanzienlijk. Ik pleit zeker niet voor het opheffen van alle regels. Veel regels hebben een helder doel en leveren daar een nuttige bijdrage aan. Tegelijk moeten we onzinnige regelgeving ter discussie durven te stellen. En als dat nodig is in Brussel. Zo blijf ik me verbazen over de enorme hoeveelheid verplichte pre-contractuele informatie waar we klanten mee moeten lastig vallen. Ja lastig vallen, want is er iemand die nog gelooft dat klanten hiermee beter beschermd zijn?
Er is een optimum tussen minimale informatie die makkelijk opgenomen wordt en volledigheid nastreven waarbij niets meer gelezen wordt. Blind durf ik de stelling aan dat we zijn doorgeslagen in een streven naar volledige informatie. Met als effect dat niemand alle informatie nog leest, laat staan kan bevatten en opslaat.
En eigenlijk gelden die vraagtekens bij de effectiviteit voor alle regels waar de balans zoek is. Doorgeslagen regels resulteren namelijk in het afvinken van checklijstjes en verplichtingen. Document geleverd, check. Gelezen en begrepen, vraagteken. PE-examen gehaald, check. Leven lang ontwikkelen, vraagteken. Hypotheeknorm gehaald, check. Passende financiële planning, vraagteken.
Beter gaan we de balans weer zoeken, dat is effectiever én goedkoper. En bovendien stukken aantrekkelijker voor professionals die nu gek worden van alle futiliteiten, juist omdát ze de klant op één willen zetten, en niet de regelgever.
< VorigeVolgende >
Share on: