Rechtbank laat vereiste terhandstelling los voor verzekeringsvoorwaarden

Kennedy Van der Laan gaat in op een casus of het noodzakelijk is dat verzekeringsvoorwaarden zijn ontvangen door de verzekeringnemer.

In deze zaak had een van de gedaagden deelgenomen aan een zogeheten carbecue, een evenement met eten en drinken waarop autobezitters hun voertuig laten bewonderen. Die gedaagde is iets te sportief weggereden en heeft een andere auto en drie omstanders geraakt, met schade tot gevolg. Achteraf bleek de gedaagde teveel alcohol op te hebben. 

De auto was allrisk verzekerd bij eiser, onder meer tegen aansprakelijkheid. In de standaard polisvoorwaarden stond een alcoholuitsluiting, met een daaraan gerelateerd verhaalsrecht voor de verzekeraar in het geval die ondanks toepasselijkheid van de uitsluiting wel zou hebben uitgekeerd. Dat had de verzekeraar in dit geval ook gedaan.

In deze procedure wil de verzekeraar de reeds uitgekeerde schade verhalen op onder meer de verzekeringnemer en de bestuurder.

Tussen partijen is niet in geschil dat de verzekering is afgesloten. De verzekeraar stelt dat de inhoud van de verzekering wordt bepaald door de toegezonden polis en de daarbij behorende voorwaarden. Gedaagden stellen daarentegen dat de verzekering weliswaar telefonisch is afgesloten, maar dat er daarna nooit verzekeringsvoorwaarden zijn ontvangen.

De rechtbank overweegt dat polisvoorwaarden alleen gelden als ze zijn overeengekomen, en dat daarvoor in beginsel nodig is dat ze zijn toegezonden. In dit geval concludeert de rechtbank dat niet is komen vast te staan dat de verzekeringnemer ooit polisvoorwaarden heeft ontvangen.

Volgens de rechtbank betekent dat echter niet dat er voor de telefonisch afgesloten verzekering geen voorwaarden zouden gelden. Voor de inhoud van de verzekering komt het, zo gaat de rechtbank verder, aan op wat partijen bij het sluiten van de verzekering ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Ook van belang acht de rechtbank de gevolgen die naar de aard van de verzekering voortvloeien uit de wet, de gewoonte en de eisen van redelijkheid en billijkheid.

De rechtbank concludeert dat een allrisk verzekering is afgesloten en dat geen van de partijen heeft gesteld dat specifieke, afwijkende voorwaarden zouden zijn besproken. Onder verwijzing naar vaste rechtspraak over de voorwaarden die gelden als een verzekeraar alleen mondeling voorlopige dekking verleent, oordeelt de rechtbank dat de gebruikelijke voorwaarden gelden die de verzekeraar op dat moment aanbood.

Deze uitspraak is opvallend omdat ondanks dat niet is komen vast te staan dat de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden (stilzwijgend) heeft aanvaard, de rechtbank deze verzekeringsvoorwaarden wel van toepassing acht. Het oordeel van de rechtbank laat zien dat met dit vereiste pragmatisch kan worden omgegaan als de redelijkheid dat eist.

Hoe de rechtbank vervolgens oordeelt over de verhaalsrechten van de verzekeraar, lees je hier.
Bron: Kennedy Van der Laan
Geplaatst op 07-05-2024

< VorigeVolgende >


Share on: