Rechter weigert opnieuw grote schikking in het babypoederschandaal

Een Amerikaanse rechter heeft besloten dat farmaceut Johnson & Johnson (J&J) tienduizenden mensen niet onder druk mag zetten om een schikking van 8,9 miljard dollar te aanvaarden via een faillissementszaak.

Dit is de tweede keer dit jaar dat J&J er niet in slaagt om zich te ontdoen van talloze rechtszaken over mogelijk kankerverwekkend babypoeder. Het moederbedrijf van Janssen, een onderneming gevestigd in Leiden, wordt geconfronteerd met ongeveer 100.000 claims van mensen die klachten hebben ingediend over het talkpoeder waarin naar verluidt asbest aanwezig is. Door de jaren heen beweren duizenden vrouwen eierstok- of asbestkanker te hebben opgelopen als gevolg van het gebruik van dit talkpoeder. J&J blijft echter volhouden dat het talkpoeder veilig is en heeft het product weliswaar uit de schappen gehaald, maar heeft ook aangegeven bereid te zijn om miljarden dollars te betalen om een schikking te treffen.
 
Om deze schikking te regelen, heeft het concern alle claims en aansprakelijkheid ondergebracht bij een speciaal bedrijf genaamd LTL, dat belast is met het uitbetalen van de claims. Bovendien heeft J&J faillissement aangevraagd voor LTL om te voorkomen dat deze kwestie hen in de toekomst blijft achtervolgen. Sommige advocaten van de gedupeerden verzetten zich echter tegen deze hele opzet, omdat ze van mening zijn dat hun cliënten recht hebben op meer compensatie.
 
Eerder dit jaar werd de eerste faillissementsaanvraag voor LTL al afgewezen door een rechter, die oordeelde dat LTL niet in financiële problemen verkeerde die een faillissement rechtvaardigden. J&J diende vervolgens snel een nieuwe aanvraag in en beweerde dat er inmiddels meer steun was van gedupeerden. De rechter ging echter niet akkoord met dit argument omdat er nog steeds geen geldige reden zou zijn voor een faillissement.
 
Een advocaat die de slachtoffers vertegenwoordigt, Andy Birchfield, verklaarde dat de tweede aanvraag bedoeld was om te voorkomen dat de door de gedupeerden aangespannen rechtszaken tegen J&J door jury's zouden worden gehoord. Hij vindt dat het tijd is dat J&J verantwoordelijkheid neemt voor hun daden.
 
Aan de andere kant beweert de farmaceut dat de voorgestelde regeling een eerlijkere en snellere oplossing biedt voor veel gedupeerden dan wanneer zij allemaal individueel zouden procederen in rechtbanken. J&J geeft ook aan dat doorprocederen kan leiden tot een soort "loterij" waarbij sommige mensen met claims veel compensatie krijgen toegewezen, terwijl anderen niets ontvangen.