Luchtvaartmaatschappijen aansprakelijk voor gebrekkige eerste hulp

Op een vlucht van Austrian Airlines viel een kan met hete koffie van een cateringkarretje en verbrandde een passagier. De eerste hulp werd hem aan boord van het vliegtuig verleend. De passagier heeft bij de Oostenrijkse rechterlijke instanties een vordering ingesteld tot schadevergoeding en tot vaststelling van de aansprakelijkheid van Austrian Airlines voor alle toekomstige schade als gevolg van de verergering van zijn brandwonden door de ontoereikende eerste hulpverlening aan boord van het vliegtuig.


De risicoaansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen krachtens het Verdrag van Montreal strekt zich uit tot inadequate eerste hulp aan boord van een vliegtuig. Austrian Airlines betoogt echter dat het beroep moet worden verworpen, omdat het is ingesteld na het verstrijken van de termijn van twee jaar waarin het Verdrag van Montreal 1 voorziet voor vorderingen tot schadevergoeding in verband met een ongeval aan boord van een vliegtuig. De passagier betoogt daarentegen dat het Verdrag van Montreal niet van toepassing is omdat eerste hulp die aan boord van een vliegtuig wordt verleend, niet onder het begrip ‘ongeval’ in de zin van dat verdrag valt. Volgens de passagier is de in het Oostenrijkse recht bepaalde verjaringstermijn van drie jaar van toepassing en is de vordering derhalve niet verjaard.
 
Ter verduidelijking van de schade waarvoor Austrian Airlines aansprakelijk kan worden gesteld, heeft de Oostenrijkse Hoge Raad het Hof van Justitie bijgevolg gevraagd of de gebrekkige eerste hulp die aan boord van een vliegtuig aan een passagier is verleend en die het lichamelijk letsel als gevolg van een ‘ongeval’ in de zin van het Verdrag van Montreal heeft verergerd, moet worden geacht deel uit te maken van dat ongeval.
 
Het Hof antwoordt bevestigend. Het Hof merkt op dat het niet altijd mogelijk is om het ontstaan van schade toe te schrijven aan een op zichzelf staande gebeurtenis, wanneer deze schade het gevolg is van een opeenvolging van onderling afhankelijke gebeurtenissen. Wanneer er sprake is van een opeenvolging van intrinsiek samenhangende gebeurtenissen die achtereenvolgens, zonder onderbreking, in ruimte en tijd plaatsvinden, moet deze opeenvolging van gebeurtenissen worden beschouwd als één ‘ongeval' in de zin van het Verdrag van Montreal.
 
In casu kan, gelet op de continuïteit in ruimte en tijd tussen het vallen van de kan koffie en de daardoor aan de gewonde passagier verleende eerste hulp, niet worden betwist dat er een causaal verband bestaat tussen het vallen van de kan koffie en de verergering van het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel doordat onvoldoende eerste hulp is verleend.
 
Bovendien is deze uitlegging in overeenstemming met de doelstellingen van het Verdrag van Montreal, waarin het volgende is vastgelegd een systeem van risicoaansprakelijkheid voor luchtvaartmaatschappijen ingevoerd om de passagiers te beschermen en tegelijkertijd een billijk evenwicht met de belangen van de luchtvaartmaatschappijen te bewaren. Het feit dat de luchtvaartmaatschappij haar verplichtingen inzake zorgvuldigheid en voorzichtigheid niet is nagekomen, kan deze bevindingen niet ter discussie stellen: voor de kwalificatie als 'ongeval' volstaat het dat de gebeurtenis die het lichamelijk letsel van een passagier heeft veroorzaakt, aan boord van het vliegtuig heeft plaatsgevonden.
Bron: Hof van Justitie van de Europese Unie
Geplaatst op 07-07-2023

< VorigeVolgende >


Share on: