Top 5 van meest opmerkelijke fraudegevallen

Met het einde van het jaar in zicht en de naderende cijfers van het Verbond van Verzekeraars over het aantal fraudes dat alle verzekeraars in 2022 hebben weten op te sporen, belicht de Vereende de top 5 opmerkelijke fraudes in Nederland. Daarbij ook een klein uitstapje naar fraudes in het buitenland. Want is de gedachte, dat enkel in het buitenland verzekeringsfraude zo extreem is, terecht? Of kent Nederland vergelijkbare gevallen?

Wie een verzoek om schadevergoeding wil indienen bij zijn verzekeraar, moet natuurlijk met bewijzen komen. Dat is logisch zou u denken, want het staat immers in de polisvoorwaarden. Maar zijn de bewijzen die worden aangeleverd wel zo overtuigend? Uit de volgende voorbeelden blijkt niets minder waar.

Nummer 5
Een man diende bij zijn verzekeraar een verzoek om schadevergoeding in, omdat zijn kano uit zijn schuur was gestolen. Als fanatiek kanoër is dit natuurlijk ontzettend vervelend. De man deed aangifte van diefstal bij de politie. Een schade-expert werd ingeschakeld om de schade op te nemen en stelde iets opmerkelijks vast. De man had inderdaad een schuur, maar na het opmeten van de schuur door de expert bleek dat deze veel te klein was om de kano te kunnen opslaan. Een gevalletje slecht voorbereid en het ontbreken van een timmermansoog.

Nummer 4
Een taxichauffeur zou schade hebben opgelopen, omdat het navigatiesysteem uit zijn taxi zou zijn gestolen. De ruit van de taxi was ingeslagen en zo zou het navigatiesysteem uit de auto zijn gehaald.

Opvallend hierbij was dat het systeem netjes was verwijderd uit de auto. In de meeste gevallen zijn dieven niet zo nauwkeurig en wordt alles doorgeknipt om het systeem zo snel mogelijk uit de auto te krijgen. De taxichauffeur wilde hiervoor een vergoeding van de schade ontvangen van de verzekeraar.

De taxi was bij de schadehersteller neergezet met het verzoek om een nieuw navigatiesysteem te plaatsen en de schade aan de ruit te herstellen. De schadehersteller ging direct aan de slag en was verheugd dat hij de klant de dag erna al kon bellen met het heugelijke nieuws dat zijn auto gemaakt was. De reactie van de taxichauffeur was echter alles behalve wat de schadehersteller had verwacht.

De chauffeur werd namelijk gigantisch boos. Hij was op vakantie voor twee weken en wilde de verzekeraar voor zijn vakantiedagen laten opdraaien. De taxichauffeur wilde namelijk twee weken aan gemiste inkomsten indienen als schade bij de verzekeraar. Het kwam vast te staan dat de inbraak door de taxichauffeur zelf in scene was gezet. Helaas voor deze chauffeur moest hij zelf een taxiritje eerder naar huis toe nemen.

Nummer 3
Een verzekeraar ontving een verzoek om schadevergoeding, omdat er was ingebroken in de woning van verzekeringsnemer. Tijdens de inbraak was een groot aantal schilderijen en sieraden weggenomen uit de woning. Opmerkelijk in deze casus was dat er door de inbrekers een ladder uit een schuur was gehaald. Deze schuur bevond zich een aantal meter van het huis vandaan. De inbrekers zouden met deze ladder via een raam op de eerste verdieping de woning zijn binnengetreden. Verzekeringsnemer had, als onderbouwing van de inbraak, een foto van de ladder gemaakt die op de grond lag. De ladder stond niet tegen de woning, maar lag midden op het erf. Tevens leverde verzekeringsnemer foto’s aan van alle gestolen goederen.

De eerste vraagtekens ontstonden en men begon zich af te vragen of de inbraak daadwerkelijk had plaatsgevonden. Er was immers geen foto van de situatie na de inbraak zoals verzekeringsnemer deze zou hebben aangetroffen. Daarbij was het ook de vraag of inbrekers wel via een ladder de eerste etage hadden kunnen bereiken.

Om de schade vast te stellen, werd er een expert door de verzekeraar ingeschakeld. Deze expert is naar de woning geweest en heeft onderzocht of er inbraaksporen waren en heeft een inventarisatielijst gemaakt van de gestolen goederen. Tijdens het opmaken van deze lijst stelde de expert vast dat twee van de opgegeven schilderijen nog steeds aan de muur hingen en dus helemaal niet gestolen waren. De expert heeft dit vervolgens teruggekoppeld aan de verzekeraar die vervolgens een tactisch onderzoeker heeft ingeschakeld om de verzekeringsnemer de bevindingen voor te houden. Uiteindelijk bleek dat er geen inbraak had plaatsgevonden en dat alle spullen elders waren opgeslagen. Ook bleek uit onderzoek dat de foto’s op de dag van de inbraak waren gemaakt. Tja, je kunt de ladder van succes niet beklimmen met de handen in de zakken.

Nummer 2
Er was een brand ontstaan in een vrijstaande boerderij waarbij een zeer waardevolle kunstcollectie door de brand zou zijn verwoest. De omvang van de schadeclaim bedroeg ruim €700.000,-.

De brand werd onderzocht door een schade-expert, maar ook door een technisch onderzoeker om het ontstaan van de brand te onderzoeken.

De onderzoekers hebben de plek waar de kunstcollectie zich zou bevinden in de boerderij bekeken. Daar werden resten aangetroffen van de kunstcollectie. Uit onderzoek bleek dat de kunstcollectie een smeltpunt had van 900 graden. De brand zelf was helemaal niet warmer dan 900 graden geweest, waardoor kwam vast te staan dat de kunstcollectie al voor de brand was veiliggesteld.

Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten.

Nummer 1
Op eenzame hoogte staat toch wel de volgende zaak. Er was van een inbraak waarbij twee auto’s, een gouden Rolex, een merk zonnebril en nog een aantal duren spullen zouden zijn gestolen. De totale schadeomvang bedroeg €135.000,-. De claimant had al drie keer eerder een verzoek om schadevergoeding ingediend vanwege een inbraak waarbij forse bedragen werden geclaimd.

Het viel de verzekeraar op dat claimant wel erg vaak de dupe was van inbraken. Ook werd duidelijk dat hij valse facturen had overgelegd, waaronder die van de juwelier.

De verzekeraar start een grootschalig onderzoek. Onderdeel van dit onderzoek was onder andere het uitlezen van de autosleutels. Hieruit bleek dat het verhaal van claimant niet kon kloppen. De sleutels hoorde namelijk helemaal niet bij de gestolen auto. Met andere woorden; hij kon de sleutels van de gestolen auto niet overleggen.

Was er sprake van opzettelijke misleiding? De onderzoekers dachten de zaak niet helemaal rond te krijgen, maar dan maakt claimant een zeer grove fout. Hij claimde namelijk ook een zeer dure zonnebril. Het typenummer was bekend bij de onderzoekers. Tijdens het interview droeg claimant een zonnebril op zijn hoofd. Terwijl de ene onderzoeker het gesprek voerde, heeft de andere onderzoeker tijdens het gesprek de zonnebril opgezocht op internet. En wat bleek; de zonnebril die hij op had werd ook door hem geclaimd. Tijdens het gesprek werd gevraagd of claimant vaker een dergelijke zonnebrillen had gekocht. Dit was volgens claimant niet het geval waardoor hij werd geconfronteerd met de bevindingen van de onderzoeker. Claimant bekent dat hij in onderhavige zaak heeft gefraudeerd. Dit was voor de onderzoekers het teken om ook in te gaan op de vorige drie verzoeken om schadevergoeding waarbij ook sprake zou zijn geweest van inbraken. Uiteindelijk bekent hij alles, ook de vorige drie inbraakclaims. De diefstal van het merkhorloge was zelfs samen met de juwelier in scene gezet. De ‘gestolen’ auto’s waren onderhands door hem verkocht. Deze zaak haalde zelfs de krant en claimant werd onvoorwaardelijk veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf.

 

Geplaatst op 20-10-2022

< VorigeVolgende >


Share on: