Graafschade aan hoogspanningsbekabeling

Advocatenkantoor Kennedy van der Laan gaat in op een casus met de vraag of een netbeheerder strengere zorgvuldigheidsverplichtingen kan opleggen aan grondroerders tot wie zij niet in een contractuele relatie staat.

In deze zaak ging het om graafschade aan hoogspanningskabels bij het plaatsen van een ondergrondse afvalcontainer. Beoordeeld moest worden of de feitelijk uitvoerder en de opdrachtgever – allebei ‘grondroerder’ in de zin van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) – daarvoor ex art. 6:162 BW aansprakelijk waren jegens de netbeheerder.


De WIBON legt aan een grondroerder een aantal (zorgvuldigheids)verplichtingen op ter voorkoming van schade aan leidingen/kabels. In het geval sprake is van ‘een net met een grote waarde’ zijn deze regels strenger. De netbeheerder meende dat het in dit geval ging om een dergelijk net van grote waarde en dat hem een grote discretionaire bevoegdheid toekomt om dat vast te stellen. Volgens de rechtbank was dit niet in lijn met de wetsgeschiedenis, waarin wordt aangegeven dat alleen de mogelijke indirecte schadelijke gevolgen van zeer ernstige aard de grote waarde van een net bepalen.

Daarnaast heeft een netbeheerder buiten de overeenkomst, aldus de rechtbank, niet de wet- of regelgevende bevoegdheid om de inhoud van zijn eigen brochures en eigen normen op te leggen. De zorgplicht van een grondroerder wordt dus niet bepaald door die brochures/normen. Enkel de branchenormen in Richtlijn CROW 500 zijn relevant.

Uit de uitspraak volgt dat netbeheerders – bij het ontbreken van een contractuele relatie – niet zelfstandig invulling kunnen geven aan de door grondroerders in acht te nemen zorgvuldigheid, noch door vast te stellen dat de strengere regels uit de WIBON van toepassing zijn, noch door eenzijdig eigen brochures/normen op te leggen.

Klik hier voor de uitspraak:
Graafschade aan hoogspanningsbekabeling.

Geplaatst op 08-10-2021

< VorigeVolgende >


Share on: