Aanpak spoorveiligheid goed op weg
De aanpak van de spoorveiligheid is goed op weg; de laatste verbeterpunten vragen extra aandacht. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) concludeert dat er in 2019 weer vooruitgang is geboekt met de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van twee ernstige spoorwegongevallen.
De laatste stappen om de aanbevelingen door te voeren blijken meer aandacht te vragen: de ILT concludeert dat verbeteringen nu minder snel gaan. Verschillende partijen moeten zich blijven inspannen om het nog veiliger te maken op het spoor. Dit staat in de jaarrapportage van de ILT die staatssecretaris Van Veldhoven naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De Onderzoeksraad onderzocht een kop-staartbotsing van een reizigerstrein tegen een stilstaande goederentrein met gevaarlijke stoffen bij Tilburg (2015) en een aanrijding met een hoogwerker op een overweg bij Dalfsen (2016). De ILT monitort jaarlijks de opvolging van de aanbevelingen van de raad. De recente botsing tussen een trein en een landbouwvoertuig in Hooghalen, waarbij de machinist overleed, toont de urgentie aan van de blijvende aandacht voor overwegveiligheid.
Vervoer gevaarlijke stoffen
De ILT concludeert dat de samenwerking en inspanningen van de chemiebedrijven (SABIC OCI Nitrogen en AnQore) en de brancheorganisaties (VNCI en CTGG) goed resultaat leveren. Er is meer bewustwording bij de risicobeheersing in de vervoersketen. De ILT vindt dat de chemiebedrijven actiever moeten sturen op de veiligheid. De chemiebedrijven kunnen hierover afspraken maken, bijvoorbeeld in contracten met de vervoerder, over bijvoorbeeld via welke route zij de gevaarlijke stoffen vervoeren en over de processen en organisaties die erbij betrokken zijn.
Veilige overwegen
De ILT blijft bij ProRail aandacht vragen voor het tijdig informeren van machinisten in geval van een obstakel op een overweg. ProRail moet hiervan maatschappelijke baten en lasten beter in beeld brengen. De ILT verwacht daarnaast van ProRail dat zij voorlichting blijft geven over bijzondere oversteken, zoals optochten, exceptioneel transport of schaapskuddes. Ze moeten daarvoor actiever samenwerken met brancheorganisaties. De ILT vraagt verder van ProRail om de resultaten van de gesprekken met wegbeheerders over de veiligheid rondom overwegen meer inzichtelijk te maken.
Bijzondere voertuigen
De brancheorganisaties (Cumela, IPAF, VVT) van bijzondere voertuigen (zoals hoogwerkers en grondverzetmachines) trekken samen met ProRail op om de bedienaars van deze voertuigen meer te informeren over de gevaren bij overwegen. De ILT is hier positief over, maar vindt het noodzakelijk dat de campagne effectief is. De informatie moet de bedienaars van bijzondere voertuigen ook écht bereiken.
Botscompatibele treinen
De ILT vindt het positief dat de NS een deel van het niet-botscompatibel materieel niet meer gebruikt. Dit materieel is gevoeliger voor gevolgschade bij botsingen, dan materieel dat voldoet aan het moderne eisen voor botseigenschappen. Voor een deel van de resterende treinen van de NS zijn geen passende alternatieven voorhanden. Dit materieel stroomt over een aantal jaar geleidelijk uit.
Daarnaast vroeg de ILT aan de NS om na te gaan of het mogelijk is om niet-botscompatibel materieel op andere trajecten te laten rijden. Trajecten waarover beperkt treinen met gevaarlijke stoffen rijden. Na grondige analyse concludeert de NS dat het aanpassen van de dienstregeling een enorme inspanning vraagt, die geen veiligheidswinst oplevert. De NS moet zijn best blijven doen om het aantal stop-tonende seinpassages (trein die door rood rijdt) structureel te verminderen.
Tilburg
Bij de botsing in Tilburg reed een reizigerstrein van NS Reizigers achterop een stilstaande goederentrein van DB Cargo. Door de botsing ontstond lekkage aan de achterste wagen van de goederentrein die gevuld was met gevaarlijke stoffen. Hierbij raakten 8 personen gewond.
Dalfsen
In Dalfsen reed een reizigerstrein op een overweg een hoogwerker aan. De trein ontspoorde en kwam op zijn kant tot stilstand. De machinist van de trein overleed ter plekke en 6 reizigers raakten gewond.
De Onderzoeksraad onderzocht een kop-staartbotsing van een reizigerstrein tegen een stilstaande goederentrein met gevaarlijke stoffen bij Tilburg (2015) en een aanrijding met een hoogwerker op een overweg bij Dalfsen (2016). De ILT monitort jaarlijks de opvolging van de aanbevelingen van de raad. De recente botsing tussen een trein en een landbouwvoertuig in Hooghalen, waarbij de machinist overleed, toont de urgentie aan van de blijvende aandacht voor overwegveiligheid.
Vervoer gevaarlijke stoffen
De ILT concludeert dat de samenwerking en inspanningen van de chemiebedrijven (SABIC OCI Nitrogen en AnQore) en de brancheorganisaties (VNCI en CTGG) goed resultaat leveren. Er is meer bewustwording bij de risicobeheersing in de vervoersketen. De ILT vindt dat de chemiebedrijven actiever moeten sturen op de veiligheid. De chemiebedrijven kunnen hierover afspraken maken, bijvoorbeeld in contracten met de vervoerder, over bijvoorbeeld via welke route zij de gevaarlijke stoffen vervoeren en over de processen en organisaties die erbij betrokken zijn.
Veilige overwegen
De ILT blijft bij ProRail aandacht vragen voor het tijdig informeren van machinisten in geval van een obstakel op een overweg. ProRail moet hiervan maatschappelijke baten en lasten beter in beeld brengen. De ILT verwacht daarnaast van ProRail dat zij voorlichting blijft geven over bijzondere oversteken, zoals optochten, exceptioneel transport of schaapskuddes. Ze moeten daarvoor actiever samenwerken met brancheorganisaties. De ILT vraagt verder van ProRail om de resultaten van de gesprekken met wegbeheerders over de veiligheid rondom overwegen meer inzichtelijk te maken.
Bijzondere voertuigen
De brancheorganisaties (Cumela, IPAF, VVT) van bijzondere voertuigen (zoals hoogwerkers en grondverzetmachines) trekken samen met ProRail op om de bedienaars van deze voertuigen meer te informeren over de gevaren bij overwegen. De ILT is hier positief over, maar vindt het noodzakelijk dat de campagne effectief is. De informatie moet de bedienaars van bijzondere voertuigen ook écht bereiken.
Botscompatibele treinen
De ILT vindt het positief dat de NS een deel van het niet-botscompatibel materieel niet meer gebruikt. Dit materieel is gevoeliger voor gevolgschade bij botsingen, dan materieel dat voldoet aan het moderne eisen voor botseigenschappen. Voor een deel van de resterende treinen van de NS zijn geen passende alternatieven voorhanden. Dit materieel stroomt over een aantal jaar geleidelijk uit.
Daarnaast vroeg de ILT aan de NS om na te gaan of het mogelijk is om niet-botscompatibel materieel op andere trajecten te laten rijden. Trajecten waarover beperkt treinen met gevaarlijke stoffen rijden. Na grondige analyse concludeert de NS dat het aanpassen van de dienstregeling een enorme inspanning vraagt, die geen veiligheidswinst oplevert. De NS moet zijn best blijven doen om het aantal stop-tonende seinpassages (trein die door rood rijdt) structureel te verminderen.
Tilburg
Bij de botsing in Tilburg reed een reizigerstrein van NS Reizigers achterop een stilstaande goederentrein van DB Cargo. Door de botsing ontstond lekkage aan de achterste wagen van de goederentrein die gevuld was met gevaarlijke stoffen. Hierbij raakten 8 personen gewond.
Dalfsen
In Dalfsen reed een reizigerstrein op een overweg een hoogwerker aan. De trein ontspoorde en kwam op zijn kant tot stilstand. De machinist van de trein overleed ter plekke en 6 reizigers raakten gewond.
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Geplaatst op 16-06-2020
< VorigeVolgende >
Share on: