De waarschuwingsplicht van de assurantietussenpersoon

Moet de assurantietussenpersoon verzekeringnemer waarschuwen als hij bekend wordt met feiten die mogelijk van invloed zijn op de dekking? En ligt ook enige verantwoordelijkheid bij verzekeringnemer indien laatstgenoemde eveneens bekend is met deze feiten en mogelijke gevolgen voor haar dekking? Kennedy Van der Laan gaat in op deze casus.

Een beheermaatschappij heeft via een assurantietussenpersoon een kostbaarhedenverzekering afgesloten voor een horlogeverzameling. Het verzekerd bedrag is gekoppeld aan twee taxatierapporten. De schade-uitkering wordt gekoppeld aan de getaxeerde waarde direct voor de gebeurtenis.

Bij een roofoverval wordt een deel van de verzekerde horlogeverzameling gestolen. De assurantietussenpersoon meldt dat de uitkering zal plaatsvinden op basis van het in de polis opgenomen verzekerde bedrag. De beheermaatschappij verwijst echter naar een recentere taxatie waarin de waarde van de horloges hoger is geschat.

Het hof oordeelt dat bij een dergelijke systematiek van de polis – waarbij het verzekerd bedrag is vastgesteld op basis van de taxatiewaarde en de premie daarop is gebaseerd – het in belang van verzekerde is dat de taxaties zoveel mogelijk de waarde van onmiddellijk voor de verzekerde gebeurtenis benaderen. Als de getaxeerde waarde lager is dan de marktwaarde, loopt de verzekerde het risico op niet volledig gedekte schade. Ligt de waarde hoger, dan betaalt de verzekerde premie voor een risico dat ze niet loopt. Dit is bekend bij de assurantietussenpersoon. De marktwaarde van de horlogecollectie fluctueert in de loop der jaren. De assurantietussenpersoon moet hiervan op de hoogte zijn en de verzekerde wijzen op het belang van tijdige taxatie. Door verzekerde niet te waarschuwen dat eventuele waardeveranderingen pas na een nieuwe taxatie tot uiting kunnen komen in een uitkering, is de assurantietussenpersoon tekortgeschoten in haar zorgplicht.

Het hof oordeelt echter dat het voor verzekerde evengoed kenbaar was dat het verzekerde bedrag door de jaren heen niet werd aangepast aan de waardeontwikkeling van alle horloges. Verzekerde was bekend met de systematiek van de verzekering en moet zich van de mogelijkheid bewust zijn geweest dat de marktwaarde van de verzameling zou kunnen stijgen. De vergoedingsplicht van de assurantietussenpersoon wordt daarom met 50% verminderd.

Overeenkomstig de uitspraak van de Hoge Raad van 10 januari 2003 ((HR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0122, Brals/Octant) oordeelt het hof dat een assurantietussenpersoon verzekeringnemer tijdig moet waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van hem bekend geworden feiten op de dekking. Dit neemt niet weg dat verzekeringnemer ook geacht mag worden haar eigen belangen te behartigen. Indien laatgenoemde evengoed bekend is met de mogelijke gevolgen kan zij niet achteroverleunen en enkel verwijzen naar de waarschuwingsplicht van de assurantietussenpersoon.

Klik hier voor de volledige uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak

Geplaatst op 20-06-2023

< VorigeVolgende >


Share on: