Enno Wiertsema: Gek of geniaal

Eind deze week reis ik samen met een collega af naar Brussel voor een bijeenkomst van onze Europese koepelorganisatie, Bipar. Onderwerpen waarover we het gaan hebben, zijn onder andere witwassen, duurzame financiering, AI en digitalisering. Maar ook de stand van zaken rondom de Retail Investment Strategy - de beoogde herziening van de Europese regelgeving rondom vermogensbeheer - zal aan bod komen.

De aanleiding voor deze herziening is dat consumenten onvoldoende gebruik maken van de kansen die de vermogensmarkt biedt. Daarmee laten zij mogelijkheden voor vermogensopbouw en rendement liggen. En natuurlijk, beleggen is niet zonder risico en niet iedereen heeft voldoende middelen om een buffer aan te leggen, laat staan om daarnaast te beleggen. Maar er zijn grote groepen consumenten die dat wel kunnen en die toch niet beleggen. En dat is een gemiste kans: voor het bedrijfsleven, want dat is gebaat bij extra kapitaal naast dat van institutionele beleggers, maar vooral voor die consumenten zelf.

Doorlopend internationaal onderzoek toont namelijk keer op keer aan dat consumenten na advies meer sparen en daarvan een groter deel beleggen. Hierdoor bouwen ze over een periode van 15 jaar 2 tot 3 keer zoveel vermogen op. Berekeningen van de AFM voor de Nederlandse situatie tonen aan dat een niet beleggend huishouden met voldoende buffer gemiddeld €20.000 zou kunnen beleggen. Daarmee zou zo'n huishouden jaarlijks gemiddeld 1/3 maandinkomen aan rendement kunnen bijschrijven. Maar dat lopen ze dus mis omdat ze niet beleggen. Omdat ze geen advies krijgen.

Dát Europa de groep consumenten die het zich kan veroorloven, wil stimuleren om te beleggen, is dus een goede zaak. Over het waarom van het herzien van de Europese regelgeving om dit te bereiken bestaat dan ook breed consensus. Maar dan het hoe. Daarbij wordt gekeken naar alle middelen in de regelgevingstoolbox, zoals meer bescherming, betere markttoegang en meer transparantie. Voor wat dat laatste betreft zal het je niet verbazen dat Nederland vol inzet op Europese harmonisatie van de beloningssystematiek, met andere woorden: de invoering van een Europees verbod op provisie bij beleggingen. Want dat heeft in Nederland zo lekker uitgepakt...

Je reinste kolder natuurlijk. Ja, sommige aspecten van het provisieverbod hebben goede dingen teweeggebracht. Maar het staat ook vast dat er impactvolle negatieve kanten zitten aan het provisieverbod. Zo zijn grote groepen consumenten advies gaan mijden, waardoor hun financiële weerbaarheid is afgenomen. Ik ga hier nu niet verder over uitweiden; mijn standpunt in dezen is inmiddels bekend. En dat is trouwens niet alleen mijn observatie. Want exact 1 jaar geleden wees ik in een eerdere column al op een KPMG-onderzoek dat aantoonde dat een fee-systeem voor veruit de meeste consumenten duurder uitpakt en vaak ook niet uit kan door de relatief lage maandelijkse inleg. Datzelfde onderzoek concludeerde ook dat een provisieverbod een advieskloof creëert omdat consumenten niet langer de boodschap ontvangen over de noodzaak om aan vermogensopbouw te doen. En dat zijn exact dezelfde problemen die we ook zien bij dat andere provisieverbod, zoals de onderverzekering van arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, bij individuele pensioenopbouw of advies over de verhoging van een hypotheek voor verduurzaming.   

Afgaande op de signalen van mijn buitenlandse collega’s lijkt Nederland - van alle lidstaten - met haar pleidooi voor een Europees provisieverbod een roepende in de woestijn. Want vanuit verschillende Europese overheden klinkt de nodige kritiek op zo’n algeheel verbod. En ook de Europese koepelorganisaties van verzekeraars en die van banken zien zoiets niet zitten. Dat doet bij mij de vraag rijzen: zijn zij nu zo gek of wij toch niet zo geniaal? Maar een nog veel belangrijkere vraag aan de besluitvormers in Nederland is: vinden jullie harmonisatie ook zo belangrijk als de rest van Europa een provisieverbod afwijst? Zijn jullie dan ook bereid te praten?

 
Geplaatst op 06-02-2023

< VorigeVolgende >


Share on: