Wetswijziging aanstaande: een stap vooruit voor de Collectie Nederland
Wat schaart u onder belangrijke, Nederlandse kunst? De Nachtwacht? Of het werk van Piet Mondriaan, Vincent van Gogh of Jheronimus Bosch? Of moet dat begrip breder worden getrokken? Het feit is dat Nederlanders – zowel in privaat eigendom als in publiek bezit – onmisbare en exceptionele kunststukken bezitten die gezamenlijk een beeld geven van hoe Nederlandse kunstenaars naar de wereld keken en hoe er naar Nederland werd gekeken. Oftewel: de Collectie Nederland.
De afgelopen jaren is er meermaals getracht om de collectie Nederland aan te vullen met exceptionele werken. Denk daarbij aan de aankoop van het schilderij De Vaandeldrager van Rembrandt dat met behulp van 150 miljoen euro van de Nederlandse Staat is aangeschaft. De wetgever neemt nu de volgende stap ter bescherming van de Collectie Nederland, een aanpassing van de Erfgoedwet en het oprichten van de adviescommissie Onvervangbaar en Onmisbaar.
Huidige regelgeving
Op 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Deze wet bepaalt dat sommige kunstobjecten of volledige verzamelingen met een belangrijke functie voor Nederland in principe niet mogen worden verkocht, in bruikleen worden gegeven of zelfs feitelijk verplaatsen. Alvorens het object aan deze regels is onderworpen moet het eerst zijn aangemerkt als een cultuurgoed. Een cultuurgoed is:
1. onvervangbaar als er geen of nagenoeg geen ander of gelijksoortig cultuurgoed in goede staat in Nederland aanwezig is;
2. onmisbaar als het een symboolfunctie, schakelfunctie of ijkfunctie heeft.
Met symboolfunctie wordt bedoeld dat het cultuurgoed duidelijk herinnert aan personen of gebeurtenissen die belangrijk zijn voor de Nederlandse geschiedenis. Een cultuurgoed heeft een schakelfunctie als het van wezenlijk belang is voor kennisontwikkeling over onze geschiedenis, en het heeft een ijkfunctie als het bijdraagt aan onderzoek of kennis van andere belangrijke cultuurgoederen.
Mocht de huidige eigenaar de cultuurgoederen willen verkopen buiten de Europese Unie dan zal hij het voornemen daartoe kenbaar moeten maken bij de minister die daarna de mogelijkheid krijgt het object zelf aan te kopen dan wel te beoordelen of andere kopers het object mogen aankopen. De minister kan ook bedenkingen tegen de verkoop aanvoeren, waarna de verkoop is verboden. Binnen de Europese Unie gelden deze strenge beperkingen niet.
Belangrijkste wijzigingen
Op maandag 7 maart 2022 bood de commissie Collectie Nederland het advies “Onvervangbaar & Onmisbaar – naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland” aan Staatssecretaris Uslu aan. In dit advies wordt voorgesteld de hiervoor vernoemde regeling dynamischer te maken. Erfgoed moeten voortaan beoordeeld worden op de leeftijd en financiële waarde en niet (alleen) zoals voorheen op de bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid.
Voor de verkoop van al het erfgoed wordt er voorgesteld een nationaal uitvergunningensysteem op te richten zodat voor alle eigenaren – publiek en particulier – dezelfde spelregels gelden. Er wordt voorgesteld de bedenkingen (bezwaren tegen de vergunning) niet langer aan de minister over te laten, maar ter bescherming van kunst van historisch belang een onafhankelijke adviescommissie Onvervangbaar en Onmisbaar op te richten. Deze commissie zal ervoor zorgdragen dat belangrijke kunstwerken worden opgenomen in het register beschermende cultuurgoederen. Ook voor binnen de Europese Unie zal er voor objecten die voldoen aan de waarde- en ouderdomsdrempel een uitvoervergunning moeten worden aangevraagd zal beslissen welke kunstwerken niet uit Nederland mogen worden geëxporteerd.
Staatssecretaris Uslu liet op 27 december 2022 in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer weten dat hij de adviezen van de commissie op zal volgen. De wens is om de Erfgoedwet al in 2023 aan te passen. Daar er een grote wijziging moet plaatsvinden van de Erfgoedwet om de oprichting van de commissie mogelijk te maken en deze de taak van de Minister over te laten nemen moet worden bezien of deze termijn zal worden gehaald.
Conclusie
Het zal particuliere bezitters, waaronder kerkgemeenschappen, stichtingen en verenigingen, zo spoedig mogelijk lastiger worden gemaakt om kunstvoorwerpen en collecties die onvervangbaar zijn én van onmisbaar cultuurhistorisch of onmisbaar maatschappelijk belang zijn voor de Collectie Nederland uit Nederland te exporteren. De terughoudendheid waarmee objecten op in het register cultuurgoederen werden opgenomen is weggenomen en de Staat richt zich minder op spoedaanwijzingen en meer op een betrokken rol bij de Collectie Nederland.
< VorigeVolgende >
Share on: