Global Wealth Report 2022 van Allianz: de laatste hoera
Allianz heeft woensdag 12 oktober de dertiende editie van zijn Global Wealth Report uitgegeven, waarin de activa en de schuld van gezinnen in bijna 60 landen onder de loep worden genomen.
- Voor het derde jaar op rij groeiden de wereldwijde financiële activa in 2021 met dubbele cijfers tot 233 miljard euro (+10,4%)
- Keerpunt: In 2022 ligt een nominale daling van meer dan 2% in het verschiet - in reële termen zullen de gezinnen een tiende van hun vermogen verliezen
- De terugkeer van de schuld: De schuld van de gezinnen is in 2021 met 7,6% gestegen, de snelste stijging sinds de Bankencrisis
- Tegen de trend in: de Nederlandse financiële activa groeiden in 2021 niet, omdat de stijgende rente het vermogen van de pensioenfondsen parten speelde
De laatste hoera
Achteraf gezien was 2021 misschien wel het laatste jaar van het oude ‘nieuwe normaal’ met stijgende beurskoersen onder invloed van het monetaire beleid. De gezinnen profiteerden hiervan: De wereldwijde financiële activa (1) groeiden in 2021 voor het derde jaar op rij met een dubbele cijfers tot 233 miljard euro (+10,4%). In de laatste drie jaar steeg het particuliere vermogen met maar liefst 60 miljard euro. Dit komt neer op het toevoegen van twee eurozones aan de wereldwijde financiële pool.
(1) Financiële activa omvatten cash en bankdeposito’s, tegoeden van verzekeringsmaatschappijen en pensioeninstellingen, waardepapier (aandelen, obligaties en beleggingsfondsen) en andere tegoeden.
Drie regio’s onderscheidden zich in de groei van de activa: Azië excl. Japan (+11,3), Oost-Europa (12,2%) en Noord-Amerika (+12,5%): Net als in de twee voorgaande jaren kende de rijkste regio ter wereld - met bruto financiële activa per capita ten belope van 294.240 euro tegen een mondiaal gemiddelde van 41.980 euro - groeipercentages die vergelijkbaar zijn met die van de opkomende markten. Anderzijds gedroeg West-Europa (109.340 euro) zich meer als een volwassen, rijke regio, met een groei van 6,7%.
De belangrijkste groeimotor was de hausse op de beursmarkt, die voor ongeveer twee derde bijdroeg aan de vermogensgroei in 2021 en de activaklasse van de effecten (+15,2%) voortstuwde.
De nieuwe spaartegoeden bleven echter ook hoog. Ondanks een daling met zo’n 19 procent in 2021, kwamen ze met 4,8 miljard euro toch 40 procent boven het niveau van 2019 uit. Ook de samenstelling van de spaartegoeden veranderde, zij het slechts in geringe mate: Het aandeel van bankdeposito’s daalde maar bleef met 63,2% veruit de favoriete activaklasse van spaarders; effecten en verzekeringen en pensioenen vielen daarentegen steeds meer in de smaak bij spaarders, maar hun aandeel in nieuwe spaartegoeden was met respectievelijk 15,5% en 17,4% veel kleiner. Als gevolg van deze dynamiek groeiden de wereldwijde bankdeposito’s in 2021 met ‘slechts’ 8,6%, nog altijd de op een na grootste stijging ooit (na de sprong van 12,5% in 2020). De activa van verzekerings- en pensioenfondsen kenden een veel zwakkere ontwikkeling en stegen met 5,7%.
Keerpunt
2022 is een keerpunt. De oorlog in Oekraïne verstikte het herstel na COVID-19 en zette de wereld op zijn kop: De inflatie tiert welig, energie en voedsel zijn schaars en de monetaire verkrapping drukt op economieën en markten. Het vermogen van de huishoudens zal de druk voelen. Het wereldwijde financiële vermogen zal in 2022 met meer dan 2% afnemen, de eerste aanzienlijke vernietiging van het financiële vermogen sinds de Bankencrisis in 2008. In reële termen zullen de huishoudens een tiende van hun vermogen verliezen. Maar in tegenstelling tot de Bankencrisis die werd gevolgd door een relatief snelle ommekeer, zijn ook de vooruitzichten op middellange termijn deze keer nogal somber: De gemiddelde nominale groei van de financiële activa zal naar verwachting tot 2025 4,6% bedragen, tegenover 10,4% in de drie voorgaande jaren.
“Met 2021 komt er een einde aan een tijdperk”, aldus Ludovic Subran, hoofdeconoom van Allianz. “De afgelopen drie jaar waren echt buitengewoon. Het was een bonanza voor de meeste spaarders. Niet alleen 2022 maar ook de komende jaren zullen anders zijn. De crisis in de kosten van het levensonderhoud stelt het sociaal contract op de proef. Beleidsmakers staan voor de enorme uitdaging om de energiecrisis het hoofd te bieden, de groene transformatie veilig te stellen en de groei aan te jagen, terwijl het monetaire beleid hard op de rem trapt. Er is geen ruimte meer voor beleidsfouten. De sleutel tot succes zijn innovatieve en gerichte maatregelen op nationaal niveau en Europese eenheid op supranationaal niveau.”
De terugkeer van de schuld
Eind 2021 bedroeg de wereldwijde schuld van de gezinnen 52 miljard euro. De jaarlijkse stijging van +7,6% overtrof het langetermijngemiddelde van +4,6% en de groei van +5,5% in 2020. De laatste keer dat een hogere groei werd genoteerd was in 2006, ruim voor de Bankencrisis. Door de sterke stijging van de nominale productie daalde de mondiale schuldquote (schuld als percentage van het bbp) zelfs tot 68,9% (2020: 70,5%). De geografische spreiding van de schuld is sinds de laatste crisis veranderd. Terwijl het aandeel van de geavanceerde markten afneemt - het aandeel van de VS is bijvoorbeeld sinds de Bankencrisis met tien procentpunten gedaald tot 31% - zijn de opkomende economieën goed voor een steeds groter deel van de mondiale schuld, in de eerste plaats Azië (excl. Japan): hun aandeel is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld tot 27,6%. “De sterke toename van de schuld bij het begin van een wereldwijde recessie is zorgwekkend”, zei Patricia Pelayo Romero, co-auteur van het rapport. “In de opkomende markten is de schuld van huishoudens de afgelopen tien jaar met dubbele cijfers gestegen, meer dan vijf keer zo snel als in de geavanceerde economieën. Toch lijken de totale schuldniveaus beheersbaar, maar gezien de sterke structurele tegenwind waarmee deze markten worden geconfronteerd, bestaat er een reële dreiging van een schuldencrisis.”
Tegen de trend in
Het bruto financieel vermogen van de Nederlandse huishoudens stagneerde in 2021 (-0,1%), een van de slechtste prestaties van het afgelopen decennium; het was even zwak in 2013 en 2017, ook jaren van (licht) stijgende rentes. De belangrijkste reden voor deze zwakke prestatie is dus te vinden bij de activaklasse verzekeringen en pensioenen: die daalde met 5,0% door de waarderingsgrondslag. Gezien het overweldigende belang van deze activaklasse in de portefeuille – ze is goed voor ongeveer twee derde van alle financiële activa van de Nederlandse huishoudens – konden zelfs de sterke stijgingen van de deposito’s (+7,2%) en vooral van de effecten (+14,6%) deze daling niet compenseren. De sterke groei van de effecten kan duidelijk worden toegeschreven aan de bloeiende aandelenmarkten, maar ook het veranderende spaargedrag speelt een rol: Nederlandse spaarders kochten in 2021 voor 17 miljard euro aan aandelen en beleggingsfondsen, zoveel als nooit tevoren. Daarmee kwam het aandeel van kapitaalmarktproducten in nieuwe spaartegoeden op 20% - alleen rond de eeuwwisseling werd een hoger aandeel bereikt. De toewijzing aan bankdeposito’s daalde daarentegen met 19% tot 36 miljard euro; bankdeposito’s bleven dus het meest favoriete spaarmiddel, hoewel de voorsprong kleiner werd. De resterende nieuwe spaartegoeden (25 miljard euro, vrijwel gelijk in 2020) gingen naar verzekeringen en pensioenen.
De schulden daarentegen kenden een recordgroei van 4,0%, de snelste stijging sinds de Bankencrisis. Hierdoor daalden de netto financiële activa met -1,6%. Met een netto financieel vermogen per capita van 125.510 euro staat Nederland op de 8e plaats in de ranglijst van de 20 rijkste landen (financieel vermogen per capita, zie tabel). Toch blijven de Nederlandse huishoudens een van de rijkste van Europa, met een vermogen per capita dat bijvoorbeeld een opmerkelijke 80% hoger ligt dan in Duitsland.
De interactieve “Allianz Global Wealth Map” is te vinden op de homepage van Allianz
< VorigeVolgende >
Share on: