Inflatie bepaald door energie, voeding en industriƫle goederen
Economist Jan-Paul van de Kerke bij ABN AMRO ging eerder deze week al in op het HICP-cijfer van vorige week (7,6%). Gisteren is de nationale consumentenprijsindex voor de maand januari gepubliceerd, waaruit blijkt dat de prijzen met 6,4% jaar-op-jaar zijn gestegen.
De bijdrage van energie (+3,9 procentpunt) en voeding (+0,7 procentpunt) namen toe ten opzichte van de vorige maand en bepaalden daarmee in grote mate de stijging van de inflatie van 5,7% in december naar 6,4% in januari.Vanwege problemen in internationale aanvoerketens zijn in afgelopen maanden ook de prijzen van industriële goederen gestegen. Hierdoor droeg deze component eveneens positief bij aan de stijgende inflatie afgelopen maanden. Opvallend is dat in het meest recente inflatiecijfer deze bijdrage constant blijft ten opzichte van december. Betekent dit dat prijsstijgingen door problemen in de aanvoerketens voorbij zijn? Er zijn inderdaad voorzichtige signalen dat Nederlandse bedrijven minder last hebben van de problemen in aanvoerketens. Het is echter op basis van enkel de januaricijfers nog te vroeg om te spreken van een trend.
Nieuwe bedrijven
Verder blijkt uit door het CBS gepubliceerde cijfers dat er afgelopen tijd veel bedrijven bijkwamen. Er zijn momenteel 2.082.700 bedrijven. Pre-corona, in 2019, waren dat er 1.754.600. Een groei van 18,7%.
De onderverdeling naar aantal werkzame personen laat zien waar die groei met name vandaan komt. In dezelfde periode groeide het aantal bedrijven met 250 of meer werkzame personen met 6,3%. Het aantal bedrijven met 50 tot 249 werkzame personen groeide met 2,6%. De categorie daar onder, met 10 tot 49 werkzame personen, groeide met 3,7%. Er kwamen 6% meer bedrijven bij met 2 tot 9 werkzame personen. De duidelijke uitschieter is de groei van het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon: 22,5%.
Dat is in principe een goed teken. Kleine bedrijven zijn vaak innovatiever dan grote. En het opstarten van een nieuw bedrijf zegt iets over het vertrouwen in de economie. Wel moeten we, om twee redenen, voorzichtig met deze cijfers omgaan. Ten eerste komt een gedeelte van dit cijfer voort uit het door de NOW-regeling lage aantal bedrijfsopheffingen in 2021. Ten tweede is niet elk bedrijf met één werkzaam persoon een zzp’er. Ook bedrijven met één werknemer, waarbij de eigenaar zelf niet werkzaam is in het bedrijf, zitten in het cijfer. De mutatie van dit cijfer is daarom slechts een grove indicator van de mutatie van het aantal ZZP’ers.
Bron: Jan-Paul van de Kerke - economist bij de ABN AMRO
Geplaatst op 11-02-2022
< VorigeVolgende >
Share on: