Tellen zwarte inkomsten ook mee bij de berekening van schadevergoeding?

Op 27 mei 2018 raakt een zelfstandig ondernemer, werkzaam als personal kickbokstrainer, betrokken bij een verkeersongeval met een andere automobilist. De aansprakelijkheid voor het ongeval wordt erkend.

Door het ongeval is er sprake van inkomensschade. De voorzieningenrechter buigt zich over de vraag of de zwarte inkomsten van het slachtoffer meegenomen behoren te worden bij de berekening van de schadevergoeding.

Wie eist bewijst
Net als met gewone inkomsten moeten zwarte inkomsten in de eerste plaats aangetoond worden. De bewijslast hiervan ligt bij het slachtoffer. Hiertoe kan een verklaring van een werkgever nodig zijn. Andere manieren om het inkomen aan te tonen zijn bijvoorbeeld bankafschriften waaruit betalingen blijken, een administratie of verklaringen van getuigen waaruit blijkt dat voor werkzaamheden is betaald, hoeveel en gedurende welke periode.
 
Daarnaast moet het ook aannemelijk zijn dat de benadeelde zijn werkzaamheden voor langere tijd had kunnen voortzetten, als het ongeval niet had plaatsgevonden.
 
Opties van de rechter
Als kan worden bewezen dat er sprake is van zwarte inkomsten, is de vraag of en hoe deze worden meegenomen bij het vaststellen van de letselschadevergoeding. Richtinggevend is hiervoor een uitspraak van de Hoge Raad van 24 november 2000 (ECLI:NL:PHR:2000:AA8453). Hierin legt zij uit welke twee opties de rechter heeft als deze besluit de zwarte inkomsten te betrekken in de berekening van de schadevergoeding.
 
De rechter kan een schatting maken van het netto-inkomen dat het slachtoffer zou hebben gehad wanneer de belasting en premie wel netjes waren ingehouden. Dat bedrag gebruikt hij dan bij de berekening van de omvang van de schadevergoeding.
 
Een andere optie is dat de rechter beslist dat de volledige zwarte inkomsten worden meegenomen bij de berekening van de schadevergoeding. Dit kan echter alleen als de rechter het zeer waarschijnlijk acht dat de werkgever/opdrachtgever de belasting en premie op het moment van de uitbetaling voor zijn rekening zou hebben genomen.
 
Onrechtmatig belang
 In de zaak van de kickbokstrainer vroeg de rechter zich af of de klanten van het slachtoffer daadwerkelijk bereid zouden zijn geweest meer te betalen voor de kickboks trainingen.
 
De voorzieningenrechter besluit in deze zaak geen van de eerder genoemde opties te volgen en de uitspraak van de Hoge Raad ruimer te interpreteren. Hij beroept zich op een leerstuk in het Nederlandse recht dat nadeel aan niet-rechtmatige belangen in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking komt. Hij stelt dat het zwarte inkomen van het slachtoffer voor de gegeven kickboks trainingen, gelijk staat aan het ontduiken van belastingen. Hoewel het geven van kickboks trainingen geen verboden beroep of activiteit is, wijst de voorzieningenrechter de vordering helemaal af.
 
Bij schadevergoeding is er sprake van een vergoeding van het nadeel dat het slachtoffer geleden heeft. In dit geval is sprake van geleden schade door gemiste inkomsten. Het is volgens de rechter echter de vraag of die schade ook moet worden vergoed door de wederpartij.
 
De voorzieningenrechter stelt dat gekeken moet worden in hoeverre het nadeel dat geleden is in een rechtmatig belang getroffen is. Hij vindt dat zwart inkomen, waarbij sprake is van belastingontduiking , een niet-rechtmatig belang is.
 
Vervolgens oordeelt hij dat deze zwarte inkomsten niet moeten worden meegenomen in de berekening van de schadevergoeding.
 
Eerdere uitspraken
De uitspraak van de voorzieningenrechter is niet in lijn met eerdere uitspraken.
 
In een zaak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6510) ging het om een man die zwart bijkluste. Het hof berekende de schadevergoeding van het slachtoffer in deze zaak door het netto-inkomen te berekenen dat hij zou hebben ontvangen als hij tot zijn 65e zou hebben doorgewerkt. Hierop werd vervolgens een korting toegepast omdat niet met zekerheid te zeggen was of hij tot zijn 65e zou hebben doorgewerkt.
 
In een andere zaak van een restaurant houdster met letsel (ECLI:NL:GHARL:2018:1661) concludeerde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden  dat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van haar zwarte inkomsten. De stelling dat zij zich haar huidige leefstijl niet kon veroorloven op basis van alleen haar witte inkomsten, volstond niet. Zij had hiervoor meer bewijs moeten leveren en was daar niet in geslaagd.
 
De Rechtbank ’s-Hertogenbosch oordeelde dat de schadevergoeding berekend moest worden op basis van het geschatte netto-inkomen van het slachtoffer (ECLI:NL:RBSHE:2011:BT2397: ASR). De rechtbank overwoog dat de kans aanwezig was dat de belastingdienst achter de zwarte inkomsten zou zijn gekomen of dat het slachtoffer deze zelf zou hebben opgegeven.
 
In deze zaken is dus vooral het discussiepunt of het slachtoffer zijn zwarte inkomsten wel kan aantonen en of het slachtoffer op enig moment met zijn zwarte inkomen tegen de lamp zou zijn gelopen bij de belastingdienst. Of gaat het om de vraag wat het slachtoffer over zou hebben gehouden als hij de inkomsten wel netjes had opgegeven.
 
De enige uitspraak waarin de rechter vond dat de zwarte inkomsten niet moesten worden meegenomen bij de berekening van de schadevergoeding, hoewel deze wel waren aangetoond, betrof een zaak waarbij er sprake was van het verspreiden van kinderporno. In deze zaak stelde het Hof dat de benadeelde niet in aanmerking kwam voor een vergoeding van het inkomen omdat dat uit illegale activiteiten voort kwam.
 
Het geven van kickboks trainingen is echter geen illegale activiteit en de vraag is of het niet afdragen van belastingen en premies maakt dat er sprake is van een niet-rechtmatig belang zoals de voorzieningenrechter in de zaak van de kickbokser vond.
 
Mijn verwachting is dat deze uitspraak geen stand zal houden.
BLOG: Maya Spetter - Spetter Advocaat & Mediator
Geplaatst op 16-10-2020

< VorigeVolgende >


Share on: