Ruim 1150 vuurwerkslachtoffers rond jaarwisseling

Tijdens de jaarwisseling zijn er iets minder vuurwerkslachtoffers geregistreerd in vergelijking met het voorgaande jaar. Dit jaar kregen 1162 mensen medische zorg op huisartsenposten en de spoedeisende hulp, terwijl dat vorig jaar nog 1212 slachtoffers waren.

Wel is er een stijging te zien in het aantal jongeren dat in de eerste hulp terechtkwam. Dit jaar was 37 procent van de slachtoffers jonger dan 16 jaar, tegenover 31 procent tijdens de vorige jaarwisseling.

Deze cijfers komen uit het jaarlijkse rapport van kenniscentrum VeiligheidNL. Het aantal slachtoffers met vuurwerkletsel op de eerste hulp bleef stabiel, maar bij huisartsenposten was er een daling van het aantal slachtoffers ten opzichte van vorig jaar.

Bijna een derde van de slachtoffers liep oogletsel op, en meer dan een derde had te maken met brandwonden. Daarnaast had 6 procent van de slachtoffers ook gehoorschade.

Dodelijke ongevallen
Net als vorig jaar zijn er tijdens deze jaarwisseling twee dodelijke slachtoffers gevallen door vuurwerkincidenten. Van de mensen die medische hulp nodig hadden door vuurwerkletsel, had 55 procent zelf vuurwerk afgestoken, terwijl de overige slachtoffers omstanders waren. Vergeleken met de jaarwisseling van 2022 naar 2023, waar het aantal slachtoffers piekte op 1253, is er nu een lichte daling.

Martijntje Bakker, directeur van VeiligheidNL, noemt de daling 'beperkt goed nieuws'. "We moeten ons afvragen of het acceptabel is dat meer dan 1100 mensen gewond raken gedurende slechts twee dagen in het jaar," stelt zij. Volgens Bakker betreft het vaak ernstig letsel zoals ernstige brandwonden, verlies van gezichtsvermogen en amputaties. "Is het dat echt waard?" vraagt ze zich af.

Illegaal Vuurwerk
Bij bijna 10 procent van de vuurwerkletsels ging het om het afsteken van mortierbommen, een zwaar illegaal soort vuurwerk dat ook wel 'shell' wordt genoemd. Ongelukken met illegale nitraten kwamen voor in 4 procent van de gevallen, terwijl 3 procent te maken had met verboden cobra's. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal slachtoffers door zwaar illegaal vuurwerk op de spoedeisende hulp echter gedaald van 29 naar 22 procent.

Daarnaast zijn ook onder de jongeren van onder de 16 jaar de slachtoffers van zwaar illegaal vuurwerk afgenomen. Bakker wijst er echter op dat er een toename is in het aantal jonge slachtoffers dat licht illegaal vuurwerk afstak. Dit is bijzonder zorgwekkend, gezien het feit dat vuurwerk zoals vuurpijlen en knalvuurwerk verboden zijn voor deze leeftijdsgroep.

Vuurwerkverbod
In steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven was er dit jaar een vuurwerkverbod van kracht. Ondanks dat de verkoop van vuurwerk was toegestaan, mocht het niet worden afgestoken. Opvallend is dat bijna 25 procent van de vuurwerkslachtoffers uit de veiligheidsregio's van deze steden komt. In totaal gold er in negentien gemeenten een afsteekverbod.

Volgens Bakker heeft het afsteekverbod geen positieve impact gehad. "In de regio Amsterdam is het aantal slachtoffers op de spoedeisende hulp ongewijzigd gebleven en in de regio Rotterdam is het zelfs toegenomen," zegt zij. Voor een afname van het aantal slachtoffers pleit ze voor "een algeheel vuurwerkverbod als meest effectieve oplossing".

Ze verwijst naar de jaarwisseling van het coronajaar 2021-2022, toen er in Nederland, Duitsland en België een vuurwerkverbod van kracht was. "Destijds was het aantal letsels bijna drie keer zo laag als nu. Het is daarom verstandig om dit op Europees niveau te regelen," voegt ze hieraan toe.

 
Geplaatst op 07-01-2025

< VorigeVolgende >


Share on: