Is een wettelijk verplichte overstromingsdekking de oplossing?

In een recente publicatie van het Financieel Dagblad wordt de conclusie van de Nationale ombudsman besproken na een grondig onderzoek van tien hersteltrajecten, variërend van de gaswinning in Groningen tot het toeslagenschandaal en de overstromingen in Limburg in 2021. Het blijkt dat overheidsinstanties nauwelijks leren van ervaringen uit het verleden en telkens opnieuw het wiel lijken uit te vinden, wat tot schrijnende situaties leidt waarbij sommige burgers nog meer schade ondervinden in de nasleep van een ramp.

Het meest recente voorbeeld van dit gebrek aan vooruitgang is te zien in de afhandeling van de overstromingsschade. Ondanks het feit dat er al jaren een oplossing voorhanden is, is de overheid er niet in geslaagd om een adequaat vergoedingssysteem op te zetten voor de slachtoffers. Dit is bijzonder zorgwekkend gezien de toenemende impact van overstromingen als gevolg van klimaatverandering. Onverzekerbaarheid van dergelijke risico's wordt dan ook een groeiend probleem.

Om deze problematiek aan te pakken, is het nu aan de overheid om in te grijpen en ervoor te zorgen dat overstromingsschade verzekerbaar wordt. Dit is van cruciaal belang om te voorkomen dat een toekomstige watersnoodramp, waarbij bijna 60% van het land risico loopt, opnieuw leidt tot een 'ramp op ramp'.

Het artikel benadrukt dat het verzekeren van overstromingsschade al decennia lang een probleem vormt. Na de watersnoodramp van 1953 bleek het voor verzekeraars onmogelijk om deze risico's te dekken, omdat het hun financiële draagkracht te boven ging. Het Franse model, waarbij een verplichte premie wordt geheven via inboedel- of opstalverzekeringen, werd voorgesteld als alternatief na overstromingen in de jaren '90, maar politieke impopulariteit en weerstand leidden tot het verwerpen van dit idee.

Hoewel het in theorie mogelijk werd voor verzekeraars om overstromingsschade te dekken na overstromingen in 1998, bleek de praktijk ingewikkeld. Alleen mensen met hoge risico's wilden zich verzekeren, waardoor de premies onbetaalbaar werden. Het idee van verplichte heffingen werd weer terzijde geschoven. De Raad van State zag in 1995 al dat de oplossing lag in een gezamenlijke inspanning van verzekeraars en de overheid, omdat de samenleving uiteindelijk de lasten van overstromingsschade zou moeten dragen.

Op dit moment hebben slachtoffers van overstromingsschade weinig andere opties dan de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Echter, de toepassing van deze wet is vaak onduidelijk, en de hoogte van vergoedingen is niet goed geregeld. Het rapport van de nationale ombudsman bevestigt dat de Wts niet aan de behoeften van de burgers voldoet.

Om deze problemen op te lossen, is het aan de politiek om wettelijk verplichte overstromingsdekking in te voeren, waardoor schade efficiënter kan worden afgehandeld. Het is ook de verantwoordelijkheid van de politiek om ervoor te zorgen dat premies betaalbaar blijven. Dit zou geen schending van het mededingingsrecht met zich meebrengen, maar zou juist marktwerking mogelijk maken, waarbij verzekeraars aanvullende dekking, premiedifferentiatie en eigen risico's kunnen aanbieden.

Diverse politieke partijen, waaronder het CDA en GroenLinks-PvdA, erkennen de noodzaak van een verzekering tegen klimaatschade. Met de aanstaande verkiezingen en de onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering in het vooruitzicht, wordt dit niet alleen een politieke keuze, maar ook een noodzaak.

Noor Wasmus heeft een masterscriptie geschreven aan de VU over het verzekeren van overstromingsschade. Samen met Frits van der Woudedocent-onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam en partner bij Kennedy Van der Laan is het opiniestuk tot stand gekomen.

Bron: Financieel Dagblad
Geplaatst op 01-11-2023

< VorigeVolgende >


Share on: