Beveiligingsbedrijven niet verantwoordelijk voor schade door inbraak
Twee beveiligingsbedrijven hebben onderhoudswerkzaamheden aan het beveiligingssysteem van een woning verricht. In de woning van de bewoner heeft een inbraak plaatsgevonden zonder dat het beveiligingssysteem is afgegaan. Bij de inbraak is voor 500.000 euro aan sieraden buitgemaakt.
Bewoner stelt zich op het standpunt dat de onderhoudsbedrijven onzorgvuldig hebben gehandeld aangezien deze bedrijven haar niet hebben gewaarschuwd voor de niet goede plaatsing van een PIR-sensor in de slaapkamer en haar niet hebben gewaarschuwd dat deze PIR-sensor verouderd was en mogelijk door maskering omzeild kon worden.Bij de inbraak is een kluis ontvreemd met daarin sieraden en horloges met een waarde van €500.000. Nadien is een test verricht waaruit gebleken is dat de PIR-sensor werkte, alhoewel de PIR-sensor niet optimaal gepositioneerd was. Het hof concludeert in het Hoger Beroep wat de bewoner heeft aangespannen, dat de niet optimale positionering van de PIR-sensor geen invloed heeft gehad op het niet afgaan van het alarmsysteem. Dit omdat blijkens de verklaring van bewoner de inbrekers ook binnen het detectiebereik van de niet optimaal gepositioneerde PIR-sensor zijn geweest.
Bewoner verwijt de beveiligingsbedrijven eveneens dat zij haar niet hebben gewezen op de omstandigheid dat de oudere sensoren omzeild kunnen worden door maskering en dat dit door plaatsing van nieuwere sensoren voorkomen kan worden.
Het hof oordeelt dat de beveiligingsbedrijven zijn ingeschakeld voor het (preventief) onderhoud aan het bestaande beveiligingssysteem. Niet is gebleken dat het beveiligingssysteem niet functioneerde. Volgens het hof rustte op de beveiligingsbedrijven alleen een waarschuwingsplicht als zij op de hoogte waren of redelijkerwijs bekend hoorde te zijn met de omstandigheid dat het huidige beveiligingssysteem van appellante niet voldeed.
Relevant in dat kader is dat bewoner de beveiligingsbedrijven niet heeft geïnformeerd over de kluis en de inhoud van deze kluis. Op basis van de door de bewoner verschafte informatie mochten de beveiligingsbedrijven ervan uitgaan dat het systeem voldeed. In die situatie kan van de beveiligingsbedrijven niet verlangd worden dat zij de bewoner ‘spontaan’ modernere apparatuur zouden aanbevelen.
Nu de verwijten van de bewoner binnen de uitvoering van de onderhoudsovereenkomst vallen, kan de aansprakelijkheid van de beveiligingsbedrijven evenmin gegrond worden op onrechtmatige daad. De beveiligingsbedrijven zijn niet aansprakelijk voor de schade ten gevolge van de inbraak.
Bron: Holla Advocaten
Geplaatst op 11-04-2023
< VorigeVolgende >
Share on: