Waarde assurantieportefeuilles op hoogste niveau, wel kantelpunten in beeld
De waarde die de markt toekent aan assurantieportefeuilles, bevindt zich op dit moment op het hoogste niveau sinds 20 jaar geleden toen gestart werd met deze meting. Wel zijn er dit jaar een aantal kantelpunten in beeld die een indicatie kunnen zijn voor een afvlakking van de waardegroei van financieel advieskantoren.
Jaarlijks onderzoekBureau DFO voert jaarlijks onderzoek uit naar de waardeontwikkeling van assurantieportefeuilles. Het onderzoek vindt al sinds 2004 plaats waardoor de verkregen data ook in een historisch perspectief kunnen worden geplaatst. Naast een kwantitatief onderzoek maakt een verslag van 15 interviews met professionals die direct betrokken zijn bij koop- en verkoop van financieel advieskantoren deel uit van het rapport dat vanaf deze week beschikbaar is gekomen.
Enkele kwantitatieve uitkomsten
Enkele van de kwantitatieve uitkomsten van het onderzoek zijn:
- Voor een portefeuille zoals die in de afgelopen 20 jaar ongewijzigd is voorgelegd wordt op dit moment de hoogste waarde in de afgelopen periode toegekend.
- De markt ervaart dat er nog steeds meer vraag dan aanbod is naar portefeuilles, maar dit beeld verandert wel naar een situatie van meer evenwicht.
- Schadeverzekeringen zijn de drijvende kracht achter de vraag naar portefeuilles. De vraag naar portefeuilles met Hypotheken en abonnementen is substantieel lager en gaat dus ook gepaard met een lagere waardering hiervoor.
- Er is een sterke voorkeur portefeuilles te verkopen aan een lokale/regionale collega. In de praktijk blijkt uiteindelijk de hoogte van de koopprijs in de meeste gevallen bepalend voor de vraag met welke koper de verkoper de transactie aangaat.
Focus op doorlopende inkomsten
Jurjen Oosterbaan Martinius, directeur Bureau DFO: “Ook dit jaar is weer te zien dat niet alleen de waardebepaling, maar ook de interesse in portefeuilles in sterke mate is gebaseerd op schadeverzekeringen. De verklaring hiervoor is vooral gelegen in het feit dat bij schadeverzekeringen sprake is van doorlopende vergoeding en deze na verwerving kunnen worden ondergebracht in een volmacht. Opvallend is dat bedrijfsactiviteiten met een eenmalige vergoeding zoals bij hypotheken en
(jaar-)abonnementen substantieel lager worden gewaardeerd. Tegelijkertijd is het opmerkelijk, dat vrijwel alle nieuwe activiteiten die door financieel advieskantoren worden ontwikkeld zijn gebaseerd op eenmalige vergoedingen. De verhouding bij veel kantoren tussen doorlopende inkomsten en eenmalige inkomsten zal in de komende jaren daardoor gaan verschuiven. De markt zal uiteindelijk moeten bepalen of de doorlopende inkomsten wellicht te hoog of de eenmalige inkomsten juist te laag worden gewaardeerd”.
Gaat consolidatie naar volgend stadium?
Oosterbaan Martinius: de sector heeft te maken gehad met een sterke consolidatie die uitgevoerd werd door een beperkt aantal partijen waarvan een deel werd gefinancierd door Private Equity Funds. In het Financieel Dagblad werd afgelopen week bericht dat vrijwel een gelijke situatie zich nu ook voordoet binnen de accountancy. Het FD berichtte dat de AFM “zenuwachtig” is over deze ontwikkeling. Dat gevoel heb ik bij de AFM niet gesignaleerd bij de consolidatie binnen onze branche. Consolidatie is niet per definitie verkeerd zolang het klantbelang maar centraal blijft staan. Wel is te zien, dat de partijen die in korte tijd veel kantoren hebben overgenomen op dit moment nog hun handen vol hebben de aankopen te integreren en de processen te stroomlijnen. Wij ontwaren nog niet dat de schaalvergroting die volgt uit de consolidatie leidt tot substantieel betere klantbedieningsprocessen of verlaging van kosten voor de consument. Mogelijk dat dit zichtbaar gaat worden nadat de fase van integratie is afgesloten.
Medeondernemerschap nieuwe motor achter transacties?
Tot voor kort spraken wij bij koop- en verkoop vooral over situaties waarin veelal oudere ondernemers hun ondernemerschap wensten te beëindigen en daarom hun portefeuille of kantoor verkochten. Wij constateren nu een ontwikkeling waarin vooral jongere ondernemers hun inmiddels opgebouwde activiteiten inbrengen in een samenwerking met een grotere entiteit. Hierbij geldt als primaire motivatie om in die nieuwe constellatie te kunnen profiteren van bijvoorbeeld een meer stabiele en meer effectieve ICT-omgeving, betere marketingproposities, investeringscapaciteit, bredere toegankelijkheid tot specialisten en een meer doordachte toekomststrategie. Ook hier gaat het dan om gehele of gedeeltelijke verkoop, maar de motieven zijn geheel anders. Als DFO houden wij ermee rekening dat, wanneer de markt de voordelen van deze vorm van samenwerking daadwerkelijk weet te effectueren, deze ontwikkeling snel aan populariteit kan winnen en de komende vijf jaar een grote impact op de groeiende kracht van het intermediaire distributiekanaal kan hebben.
U vindt HIER meer informatie over het rapport
Geplaatst op 28-02-2023
< VorigeVolgende >
Share on: