Het gebruik van de hulpmotoren van vliegtuigen op Schiphol moet omlaag
Vliegtuigen die op Schiphol geparkeerd staan, na aankomst of vertrek van een vlucht, gebruiken te vaak de ingebouwde hulpmotor van het vliegtuig. De zogenoemde auxiliary power unit (APU) werkt op kerosine en veroorzaakt schadelijke uitstoot als stikstof, zwavel en (ultra)fijnstof. Ook geeft de APU geluidsoverlast. Daarom moet de APU zo min mogelijk aan staan in het belang van gezonde werkomstandigheden voor platformmedewerkers.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft Schiphol de opdracht gegeven om, in samenwerking met andere sectorpartijen, begin maart 2023 met een actieplan te komen met concrete maatregelen om het APU gebruik in de praktijk te verminderen.Het gebruik van de APU staat beschreven in het luchthavenverkeerbesluit Schiphol. Als een vliegtuig geparkeerd staat, heeft het energie nodig. Onder andere om te kunnen starten en voor elektriciteit en airconditioning aan boord. Vliegtuigen mogen de APU alleen gebruiken als er geen schonere alternatieven beschikbaar zijn, zoals een installatie voor de airconditioning (PCA), een vaste stroomaansluiting (Fixed Power Unit, FPU) of een mobiele stroomvoorziening (ground power unit, GPU). Bij bepaalde weersomstandigheden mag de APU worden ingezet, bijvoorbeeld bij zeer lage of hoge temperaturen; minder dan 5 of meer dan 25 graden Celsius.
In de periode van 10 maanden (oktober 2021 - juli 2022) controleerde de ILT 1531 vliegtuigen. Conclusie: de APU wordt vaker ingezet dan schonere alternatieven. Bij één-derde van de geparkeerde vliegtuigen stond de hulpmotor aan. Een belangrijke reden hiervoor is een tekort aan alternatieve voorzieningen.
Schiphol is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van vaste stroomaansluitingen, aansluitpunten voor luchtzuiveringsinstallaties, zoals PCA’s en PCA-units op tenminste 61 platformen. Op dit moment zijn er te weinig van dit soort units, namelijk 39.
De vaste stroomvoorzieningen (FPU) zijn voldoende aanwezig, maar deze zijn niet altijd operationeel. Schiphol heeft de verantwoordelijkheid voor de PCA-units naar de grondafhandelaren verlegd. Uit het onderzoek van de ILT blijkt dat dit systeem in de praktijk niet werkt.
De ILT stelt ook vast dat als er alternatieve voorzieningen aanwezig zijn, deze te weinig worden gebruikt. Grondafhandelaren weten niet welke voorzieningen beschikbaar zijn en of deze operationeel zijn. De coördinatie tussen de aanwezige partners op een platform ontbreekt.
De ILT heeft de resultaten van het onderzoek met grondafhandelaren, een aantal airlines en Schiphol besproken. De luchthaven zal samen met de sector het actieplan begin maart presenteren. In het plan verwacht de ILT concrete maatregelen met deadlines om de werkomstandigheden op het platform te verbeteren.
< VorigeVolgende >
Share on: