Verbond publiceert Financieel Jaarverslag verzekeringsbranche 2021
De preview op de jaarcijfers van de verzekeringssector 2021 die Lidwien Suur op 17 juni gaf, liet al zien dat het premievolume van de schadesector is gegroeid, het resultaat van de schadesector stabiel is gebleven en de solvabiliteit ruim boven de norm is gebleven. Nu het Financieel Jaarverslag van de Verzekeringsbranche officieel bekendgemaakt is blijkt eens temeer dat klimaatverandering steeds meer impact gaat hebben op ons land.
“De toename van weersextremen leidt tot meer schade aan woningen, auto’s en bedrijven en tot (gevolg)schade,” stelt Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars in een reactie op het verslag. Zo bedroeg de verzekerde schade door het noodweer in juli zeker 180 miljoen euro, waarvan het merendeel in Zuid-Limburg. “Verzekeraars hebben de schades zo snel en goed mogelijk afgehandeld, maar dat werd soms bemoeilijkt door de complexiteit, COVID-19 en schaarste aan vakmensen en materiaal.” De schade in het tweede halfjaar van 2021 is door de overstromingen in Limburg circa 25 procent hoger dan in de jaren ervoor.
Het jaar 2021 kenmerkte zich verder door de voortdurende, maar minder impactvolle coronacrisis, scherpe concurrentie bij economische groei, oplopende beurskoersen en rente tegenover afnemende werkloosheid: ontwikkelingen met uitdagende vraagstukken voor verzekeraars. De premie-inkomsten stegen in de meeste branches. Niet alleen door de toenemende vraag naar het verzekeren van grotere en nieuwe risico’s zoals zonnepanelen en auto’s met meer innovatieve technieken. Ook het aantal huishoudens neemt toe en panden worden duurder door hogere bouwkosten en inflatie. Het zijn vooral de letselschaden die net als in 2020 zorgen voor een negatief resultaat voor WA-motorrijtuigen (-7%).
Inkomensverzekeraars hebben te kampen met een toenemend ziekteverzuim. Zij hielpen het afgelopen jaar meer dan 100.000 klanten aan vervangend inkomen bij ziekte en arbeids-ongeschiktheid en ondersteuning bij duurzame re-integratie. De oversterfte is even groot als in 2020: er overleden 15.000 meer mensen dan verwacht. De financiële gevolgen lijken voor verzekeraars vooralsnog beperkt, maar leiden uiteraard wel tot een toename van uitvaarten en persoonlijk leed.
De nog steeds lage rente heeft consequenties voor zowel consumenten als verzekeraars. De huizenprijzen stijgen en er is veel onzekerheid over pensioenuitkeringen. Voor verzekeraars zijn de renteopbrengsten over de belegde premies van hun klanten lager. En daarmee de inkomsten waarmee verzekeraars bijvoorbeeld schade van hun klanten compenseren. Door de hoge financiële buffers die verzekeraars moeten aanhouden, zijn zij goed in staat om aan hun toekomstige verplichtingen te voldoen door een stabiele solvabiliteit. Verder is de lage rente nadelig voor consumenten die met eigen kapitaal een uitkering willen aankopen. Zij ontvangen immers minder geld voor hun kapitaal. Dit heeft een negatief effect op de verkoop en/of de hoogte van bijvoorbeeld direct ingaande lijfrenten. Dit effect zien levensverzekeraars terug in hun bedrijfsvoering. De markt is duidelijk aan het veranderen en levensverzekeraars spelen hierop in door over de traditionele branchegrenzen heen te innoveren met nieuwe producten tegen betere service en lagere kosten. Hierdoor blijft het totale premievolume van levensverzekeraars stabiel, maar stijgt dat bij het onderdeel pensioenen met 4%. Door de oplopende inflatie eind 2021 is de rente weer iets aan het stijgen.
Bekijk het Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2021.
< VorigeVolgende >
Share on: