FOCWA wil in overleg met overheid over mogelijkheid compensatiemaatregelen

FOCWA wil in overleg met overheid over tijdelijke compensatiemaatregelen sterk gestegen energieprijzen. FOCWA, de brancheorganisatie voor schadeherstelbedrijven, maakt zich grote zorgen over de impact van de torenhoge energiekosten op de bedrijfsvoering van zijn leden.

Uit een inventarisatie bij de achterban blijkt dat de energiekosten bij de respondenten met +- 181% is gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Schadeherstelbedrijven geven aan het steeds moeilijker te hebben om het hoofd boven water te houden. FOCWA roept de overheid op om herstelbedrijven te ondersteunen bij deze uitdaging en nu echt werk te maken van een belastingvermindering energiebelasting en de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE).

Grootverbruikers energie
Schadeherstelbedrijven zijn immers binnen het mkb-segment grootverbruikers van energie. Zo verbruikt een gemiddeld autoschadeherstelbedrijf – afhankelijk van de grootte – ongeveer 50.000 kWh elektriciteit en/of 25.000 m3 gas om onder andere de werkplaats en de spuitcabine te verwarmen. Warmte die noodzakelijk is om de kwaliteit van het schadeherstel te borgen. Immers, bepaalde lakken moeten volgens fabrieksvoorschriften op een voorgeschreven temperatuur drogen. 
 
De effecten van de energiecrisis zijn dus voor het gemiddelde schadeherstelbedrijf niet mals. Zo zijn de gasprijzen ten opzichte van januari 2021 nu al met 181% toegenomen. De stijging van de elektriciteitsprijzen bedraagt momenteel 155%. Die explosieve stijging zorgt dus per direct voor een sterke kostenstijging voor het schadeherstelbedrijf en weegt dadelijk door op het rendement van de FOCWA-leden. Zo geven de FOCWA-leden aan dat in januari 2021 de energiekosten 8,7% uitmaakten van de totale algemene bedrijfskosten. In januari 2022 is deze verhouding toegenomen tot 14,8%.
 
Voor een sector die grootverbruiker is in energie, zorgt dit voor grote kopzorgen bij de ondernemers. Zo maakt 85% van de FOCWA-achterban zich zorgen voor verdere prijsstijgingen. 45% van de bedrijven verwacht bovendien dat deze hoge prijzen de bedrijfsvoering zal raken (fusie, inkrimpen of stoppen met het bedrijf). Want de verhoogde energiekosten kunnen autoschadeherstelbedrijven in de meeste gevallen niet doorrekenen aan consumenten of opdrachtgevers zoals verzekeraars en leasemaatschappijen.

Femke Teeling, directeur FOCWA: “Autoschadeherstelbedrijven verbruiken door de inzet van spuitcabines nu eenmaal veel energie. Het schrijnende van deze torenhoge kostenstijgingen is dat onze leden gebukt gaan onder extreem hoge facturen, zonder dat ze hiervoor enige compensatie krijgen of deze kostenverhogingen kunnen doorrekenen aan consumenten. Dit in een tijd dat we ook met z’n allen minder in de auto zitten en dus de werkvoorraad bij deze bedrijven op een erg laag pitje staan. Veel ondernemers voelen zich dan ook gevangen in een uitzichtloze situatie.”
 
Tijdelijke verlaging energiebelasting
FOCWA roept politiek Den Haag dan ook op de impact van deze kostenstijgingen niet te onderschatten. De brancheorganisatie wil daarom dat de politiek maatregelen treft om de pijn te verlichten bij de bedrijven. Zo pleitte FOCWA onlangs nog bij de ‘interdepartementale taskforce hoge gasprijzen’ van de overheid voor een verlaging van zowel de energiebelasting als de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE). 
 
Teeling vult aan: “Ik spreek dagelijks ondernemers waarbij de extra maandelijkse kosten voor energie gelijklopen aan het salaris van een medewerker in hun bedrijf. Bedrijven die hun factuur jaarlijks met meerdere tienduizenden euro’s zien stijgen, zijn eerder de regel dan de uitzondering. Dit is voor velen van hen, zeker na twee jaar coronacrisis, niet meer langer houdbaar.”

Schadeherstelbedrijven dreigen immers van de regen in de drup te komen. Nu de effecten van de coronacrisis steeds verder wegebben, dient een nieuwe crisis zich aan. Dit in een sector waar de marges sowieso al fors onder druk zijn komen te staan in de afgelopen jaren. Zeker ook door het gebrek aan kwalitatief personeel, het steeds duurder wordende vervangend vervoer door duurdere auto’s en de stijgende lak- en onderdelenprijzen.