Mogelijke gevolgen voor de maritieme sector door Brexit
KiM heeft op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een studie uitgevoerd: ‘Brexit en de Nederlandse maritieme sector: een verkenning van de gevolgen van mogelijke Britse beleidswijzigingen op de concurrentiepositie van de Nederlandse zeevaart en zeehavens’. In deze verkenning is KiM nagegaan of de concurrentiepositie van de Nederlandse zeehavens en zeevaart daardoor in het gedrang kan komen.
Per 1 januari 2021 is de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie (EU) in werking getreden en is het VK niet meer gebonden aan wet- en regelgeving van de EU. Dit is het gevolg van Brexit. Het VK kan daardoor beleidswijzigingen doorvoeren, onder andere op het maritieme vlak. In deze verkenning is KiM nagegaan of de concurrentiepositie van de Nederlandse zeehavens en zeevaart daardoor in het gedrang kan komen.KiM heeft zeven concurrentieonderwerpen onderzocht. Op basis van de huidige beschikbare informatie worden drie onderwerpen onderscheiden met in potentie een negatief effect op de concurrentiepositie. Een ‘potentieel negatief effect’ moet worden geïnterpreteerd als een negatief effect dat er nu niet is, maar in de toekomst mogelijk wel.
Voor de Nederlandse zeehavens gaat het om twee onderwerpen: de al door het VK aangekondigde Freeports en mogelijke verschillen tussen het VK en de EU in het beprijzen van CO2-emissies van zeeschepen (maar alleen onder specifieke voorwaarden). Voor de Nederlandse zeevaart gaat het om mogelijke aanpassingen aan de Britse tonnageregeling en het Britse vlagregister. Van de vier andere onderzochte onderwerpen voorzien we geen potentieel negatief effect.
Deze verkenning is een vervolg op het KiM-onderzoek naar de mogelijke invloed van Brexit op de Nederlandse zeevaart en zeehavens uit 2018.
Geplaatst op 12-08-2021
< VorigeVolgende >
Share on: