Kifid definieert 'kernbeding’ in verzekeringsvoorwaarden opnieuw

Naar aanleiding van een vandaag gepubliceerde uitspraak geeft Kifid aan dat in verzekeringsovereenkomsten de voorwaarden die de omvang van de dekking bepalen moeten worden aangemerkt als ‘kernbeding’.

Dat betekent echter niet dat alle verzekeringsvoorwaarden die op een of andere manier van belang kunnen zijn voor de dekking kunnen worden gezien als ‘kernbeding’. Alleen voorwaarden die de dekking van de verzekering afbakenen en die invloed hebben op de verzekeringspremie zijn aan te merken als ‘kernbeding’, concludeert de Geschillencommissie van Kifid in een vandaag gepubliceerde uitspraak. Voorwaarden die gaan over de gevolgen van het gedrag van een verzekerde, zoals bijvoorbeeld de normale voorzichtigheidsclausule in een schadeverzekering, kunnen in beginsel niet worden aangemerkt als een kernbeding maar wel als een algemene voorwaarden.
 

De Geschillencommissie volgt met dit oordeel het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2018. In dat arrest draaide het om een geschil over een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ten onrechte zijn de belangwekkende overwegingen in dit arrest over wat verstaan moet worden onder een ‘kernbeding’ onderbelicht gebleven. Met de vandaag gepubliceerde uitspraak maakt de Geschillencommissie duidelijk dat zij voor de definitie van het begrip ‘kernbeding’ het oordeel van de Hoge Raad wil volgen. Dit betekent dat een voorwaarde die duidelijk de dekking van een verzekering afbakent en mede de premie bepaalt, wordt gezien als een kernbeding. Daarmee is echter niet gezegd dat een voorwaarde die van invloed kan zijn op de verzekeringspremie ook altijd een kernbeding is. Zou dat wel zo zijn, dan zouden al deze voorwaarden niet getoetst mogen worden op ‘oneerlijkheid’ en dat is niet de bedoeling geweest van de Europese richtlijn ‘oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten’.

 

Zorgvuldigheidsnorm in deze zaak geen kernbeding
In deze klachtzaak gaat het over het wel of niet gedekt zijn van gestolen sieraden. In de verzekeringsvoorwaarden van de BuitenDeDeur verzekering van Interpolis staat dat persoonlijke bezittingen niet zijn verzekerd als een verzekerde niet goed op zijn spullen heeft gelet. In deze voorwaarde (beding) gaat het niet over de afbakening van het verzekerde risico en wel over de gevolgen van onzorgvuldig gedrag van de verzekerde. Daarnaast is al in de wet geregeld dat een verzekerde zorgvuldig moet omgaan met verzekerde spullen en wat zorgvuldig gedrag betekent. Dat brengt de Geschillencommissie in deze klachtzaak tot de conclusie dat de zorgvuldigheidsnorm in artikel 19 van deze verzekeringsvoorwaarden geen kernbeding is.

 

Niet goed op spullen gelet
De consument heeft via Marktplaats kostbare sieraden te koop aangeboden. Aspirant-kopers, die de consument verder niet kent, melden zich en komen de sieraden bij de consument thuis bekijken. Dat wil zeggen: de aspirant-kopers worden via de open poort naar de tuin geleid. Zij krijgen een collier en horloge in handen om te bekijken. De consument loopt even naar binnen om iets te halen en als hij terugkomt, zijn de aspirant-kopers met de sieraden vertrokken. De consument claimt tevergeefs de gestolen sieraden op zijn BuitenDeDeur verzekering. De Geschillencommissie concludeert dat de consument onvoldoende zorgvuldig is geweest. Om de diefstal te voorkomen had hij gemakkelijk de tuinpoort kunnen afsluiten, de sieraden mee naar binnen kunnen nemen of zijn vrouw kunnen vragen om bij de aspirant-kopers te blijven toen hij naar binnen ging. Nu konden de aspirant-kopers ongemerkt met de kostbare sieraden weglopen. De consument heeft niet goed op zijn spullen gelet en om die reden mocht de verzekeraar de claim weigeren.

 

De uitspraak GC 2021-0289 in deze klacht van een consument tegen Interpolis (onderdeel van Achmea Schadeverzekeringen) is bindend.

Bron: Kifid
Geplaatst op 18-05-2021

< VorigeVolgende >


Share on: