Redelijke kosten van expert van verzekerde
In deze kwestie heeft verzekerde waterschade geleden welke onder een inboedelverzekering door verzekeraar is vergoed. De verzekeraar weigerde echter de kosten van de door de verzekerde ingeschakelde expert, die de omvang van de schade had vastgesteld, te vergoeden. Kennedy Van der Laan gaat in op deze casus.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich bij arrest van 26 september 2023 uitgelaten over de vraag of de kosten van een door een verzekerde ingeschakelde deskundige redelijk zijn in de zin van artikel 7:959 BW, zodat de verzekeraar gehouden is daarvoor dekking te verlenen.De verzekerde in kwestie had recht op vergoeding van door hem geleden waterschade onder een inboedelverzekering. De schade was reeds door de verzekeraar vergoed. Deze weigerde echter de kosten van de door de verzekerde ingeschakelde expert, die de omvang van de schade had vastgesteld, te vergoeden. De verzekeraar had zijn twijfels bij de moraliteit van het expertisebureau en maakte bezwaar tegen het gehanteerde uurtarief en de hoeveelheid gemaakte uren.
Artikel 7:959 lid 1 BW bepaalt dat een verzekeraar de redelijke kosten voor het vaststellen van de schade moet vergoeden. Of in een concreet geval de kosten van een expert voor vergoeding in aanmerking komen, en zo ja tot welk bedrag, wordt in alle gevallen bepaald op basis van een dubbele redelijkheidstoets, naar analogie van artikel 6:96 lid 2 BW. Dat houdt in dat zowel het inschakelen van de expert als de omvang van de kosten van de expert redelijk moet zijn. Een beperking van de mogelijkheid van de verzekerde om voor rekening van de verzekeraar een eigen expert in te schakelen is in strijd met art. 7:959 lid 1 BW als die beperking verder gaat dan uit de dubbele redelijkheidstoets volgt.
Het gerechtshof oordeelt dat zonder onderbouwing van de expertise – met name kwalificaties, opleiding en ervaring – van de expert, het gehanteerde uurtarief van € 155 (ex btw) niet als marktconform kan worden aangenomen. Een uurtarief van € 125 (ex btw) acht het gerechtshof in dit geval passend.
Daarnaast past het gerechtshof (net als de rechtbank in eerste aanleg) een korting van 10% toe op de kosten, omdat een deel van de werkzaamheden van het expertisebureau zagen op belangenbehartiging. Hoewel de verzekeraar niet heeft gespecificeerd of geïndiceerd welke uren zien op belangenbehartiging, heeft de verzekerde ook geen gespecificeerd inzicht verschaft in de door het expertisebureau in rekening gebrachte aantal uren. Het komt naar het oordeel van het gerechtshof voor rekening van de verzekerde dat het expertisebureau geen inzicht wil of kan verschaffen.
De volledige uitspraak is HIER te lezen.
Geplaatst op 20-10-2023
< VorigeVolgende >
Share on: