Fietser die evenwicht verliest: sprake van overmacht bij bestuurder?

De Geschillencommissie Regresaanspraken Zorgverzekeraars heeft een uitspraak gedaan inzake een ongeval met een fietser en een auto met aanhanger. Beiden stonden voor een gesloten brug te wachten. Het ongeluk gebeurde op het moment dat de brug openging.

In mei 2017 vond er in Leeuwarden een ongeval plaats. De verzekerden van partij A en B stonden voor een brug te wachten. Op het moment dat de brug openging, probeerde de verzekerde van partij A op haar fiets te stappen. Zij verloor daarbij haar evenwicht en viel naar de linkerkant richting het wegdek. Zij kwam tussen een passerende voertuig en de daaraan bevestigde aanhanger terecht. De aanhanger is over de verzekerde van partij A gereden en daarbij heeft zij letsel opgelopen. 

Meningen van de verzekeraars
Partij A meent dat er geen sprake is van overmacht. De plaats van het ongeval is bij een gesloten brug en het was erg druk. De automobilisten hadden goed zicht op de fietsers. De verzekerde van partij B geeft aan de fietser gezien te hebben, dat zij moeite had om op haar fiets te komen en uit balans raakte. Hij week daarom uit naar links. Partij A meent dat de verzekerde van partij B had moeten anticiperen op de gegeven situatie en rekening had moeten houden met de mogelijk onverwachte gedraging van de fietser. Partij A meent dat partij B gehouden is om 45% van de kosten te vergoeden. 
Partij B meent dat, gegeven de feiten en omstandigheden, er sprake is van overmacht aan de zijde van haar verzekerde. Hij trok net op en reed daarom met een geringe snelheid (10 km per uur). De verzekerde week uit om een ongeval te voorkomen. Hiermee heeft de verzekerde van partij B alles gedaan om een ongeval te voorkomen. Partij B meent dan ook gehouden te zijn 0% van de schade te vergoeden. 

Overwegingen van de commissie 
Om als automobilist een beroep op overmacht te kunnen doen, dient het ongeval enkel en alleen te wijten te zijn aan een fout van de zwakkere verkeersdeelnemer. De automobilist dient tevens alles gedaan te hebben om een ongeval te voorkomen. Ook dient de fout van de zwakkere verkeersdeelnemer zo onwaarschijnlijk te zijn dat hier geen rekening mee gehouden kon worden. Voor de inhoudelijke beoordeling hiervan zijn de omstandigheden van het geval doorslaggevend. De commissie meent dat de feiten en omstandigheden in deze zaak er toe leiden dat er in deze sprake is van overmacht. 

In het dossier bevindt zich het politierapport met daarin de lezing van de bestuurder en meerdere getuigenverklaringen. Alle partijen verklaren dat de auto net optrok, met heel beperkte snelheid reed (circa 10 km/pu) en uitweek voor de fietser. De fietser, welke zich op de fietsstrook bevond, verloor tijdens het opstappen en wegrijden haar evenwicht en viel naar de rijbaan. Ze raakte tussen de auto en de aanhanger de grond en werd door de aanhanger overreden. Deze feiten en omstandigheden worden door alle betrokkenen consistent weergegeven. Uit het politierapport, de verklaringen van de bestuurder en getuigen blijkt dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden die onvermijdelijk maakt wat er gebeurd is. 
De bewijslast dat er sprake is van overmacht rust op de automobilist. In deze bewijsopdracht slaagt de automobilist. De commissie meent dat de automobilist alles gedaan heeft wat hij in deze situatie moest doen en het ongeval niet had kunnen voorkomen. Tegenbewijs levert partij A hier althans niet voor. 

Bindend advies 
De commissie is van oordeel dat er sprake is van overmacht en dat partij B gehouden is 0% van de kosten te vergoeden. 
 
Bron: De Geschillencommissie Regresaanspraken Zorgverzekeraars - Uitspraak van 2 december 2019
Geplaatst op 10-03-2020

< VorigeVolgende >


Share on: