Verlichting snelwegen gaat ’s avonds en ’s nachts weer aan

Minister Cora van Nieuwenhuizen laat in een brief aan de Tweede Kamer weten dat in het Regeerakkoord is opgenomen dat daar waar verlichting op de snelwegen bijdraagt aan verhoging van de verkeersveiligheid deze ’s avonds en ’s nachts weer aan gaat. Tot het voorjaar van 2013 was de aanwezige verlichting langs de Nederlandse autosnelwegen de hele nacht ingeschakeld. Het vorige Kabinet besloot de verlichting in bepaalde situaties tussen 21.00 en 05.00 uur of tussen 23.00 uur en 05.00 uur uit te zetten.
VerkeersveiligheidNaar aanleiding van het Regeerakkoord is het generieke effect van verlichting op verkeersveiligheid opnieuw afgewogen. De SWOV1concludeert dat het algemene beeld uit internationaal onderzoek is dat verlichting bijdraagt aan zowel de verkeersveiligheid als aan de beleving hiervan. De effecten kunnen wel per situatie verschillen. Door het positieve effect van verlichting op verkeersveiligheid en de beleving hiervan zal ’s avonds en ’s nachts de verlichting weer worden aangezet. Daarbij wordt wel rekening gehouden met de Wet Natuurbescherming.
Proces
De Wet Natuurbescherming verbiedt activiteiten die leiden tot het opzettelijk verstoren van beschermde diersoorten en/of het beschadigen van voortplantingsplaatsen- of rustplaatsen van deze soorten. Het (weer) aanzetten van verlichting zou kunnen leiden tot een dergelijke verstoring.
Hierdoor is het noodzakelijk om te toetsen welke effecten er zijn als verlichting weer wordt aangezet. Er moet daarvoor in kaart gebracht worden welke soorten zich waar bevinden en of dit een knelpunt oplevert. In het geval van een knelpunt is het noodzakelijk om eerst mitigerende of compenserende maatregelen te treffen voor beschermde diersoorten.
Met het weer aanzetten van verlichting is dus zorgvuldigheid geboden. Rijkswaterstaat zal middels quickscans op locatie onderzoeken waar zogenoemde hotspots van beschermde soorten zijn die een knelpunt opleveren. De quickscans naar soorten kunnen alleen in bepaalde seizoenen worden uitgevoerd aangezien de verblijfplaatsen van dieren per seizoen wisselen. Binnen zes maanden zullen alle quickscans uitgevoerd zijn langs de 550 kilometer snelweg waar het om gaat. Naar verwachting van Rijkswaterstaat zal op het merendeel van de locaties dat onderzocht wordt geen knelpunt gevonden worden. In die gevallen kan de verlichting hier weer ingeschakeld worden.
Voor de locaties waar een potentieel knelpunt gevonden wordt, dient aanvullend veldonderzoek (dat in maximaal 12 maanden gereed is) gedaan te worden.
Mocht hier uiteindelijk geen definitief knelpunt gevonden worden, dan kan de verlichting hier alsnog ingeschakeld worden. Mocht er wel een definitief knelpunt blijken, dan moet er bekeken worden of er mitigerende/compenserende maatregelen getroffen kunnen worden. Als dit mogelijk is zullen deze maatregelen afgewogen worden tegen de baten op het gebied van verkeersveiligheid.
Bron: Rijksoverheid
Geplaatst op 31-07-2019
< VorigeVolgende >
Share on: